Categorie archieven: Alternatief

Permacultuur festival (2016 Nieuwenhoven)

permaculf3Terug van nooit echt weggeweest. Dat is mijn eerste bedenking als ik het publiek zie samenkomen voor dit derde Permacultuur festival. Met een behoorlijke portie kleding en sfeer in hippie-stijl. Ongedwongen, love en peace, flower-power.
Een prachtig kader ook. Een deels al gerenoveerd kasteel met woonunits, midden in een stuk Zuid-Limburgse bos, met een mooi uitzicht op het landschap, over vijvers en weiden.

permaculf1De beschikbare info vooraf vond ik wat te nonchalant. Geen duidelijke planning voor wat er te doen was. Nochtans toch wel belangrijk als je wilt beslissen of je er al dan niet tijd voor gaat vrijmaken. Maar ik had goed gegokt, de workshops op zondagmorgen begonnen niet al te vroeg. Ik was er nog op tijd.

permaculf4Ter plaatse vond ik ook nergens een infopunt of –stand. Achter de gebouwen ontdekte ik 3 genummerde tenten, waarin wat mensen begonnen samen te troepen. Maar nergens een programma. Omdat het na een paar grijze dagen beloofde behoorlijk zonnig te worden sloot ik maar aan bij de groep die besliste de banken en stoelen uit de tent, naar buiten in de zon te sjouwen. Zonder een idee te hebben waar deze (of enige andere) workshop over ging.

permaculf5Dragon Dreaming.  Dus. Begon met ingetogen didgeridoo-gebrom. Niet echt mijn ding. Maar het vervolg van de workshop werd alsmaar beter. Toch nog een toevallig goede keuze gemaakt. Als afsluitende praktijkcase werd er gewerkt rond het evenement zelf, Permacultuur Festival. Bam! Prachtig, Er kwamen meteen enkele pagina’s suggesties uit die het festival zeker nog veel beter konden maken. En zelfs enkele gegadigden die dit ook met de organisatoren wilden  overleggen. Dragon Dreaming dus: inspirerende methode.

permaculf2En ik kon er meteen ook een hoop praktische tips uit destilleren die van pas kwamen voor onze Korte Keten markt “Vreucht van eigen bodem”.

’t Was inspirerend om te ervaren dat we met zoveel mensen rond dezelfde dingen bezig (willen) zijn.  En dat de stappen van droom, over planning naar doen (en vieren) met veel mensen samen kunnen doorlopen worden.
Hoop voor onze toekomst.

(On)verdoofd slachten: oplossing (een prikje)

Het feit dat ik meerdere soorten dieren zowel verdoofd als onverdoofd heb geslacht maakt me natuurlijk geen deskundige. Mijn ‘leermeesters’ (thuisslachters) waren het over één ding eens: je moet het dier respecteren, en het niet nodeloos of lang laten lijden. Dat is zo vanzelfsprekend dat discussie hierover niet nodig zou moeten zijn. Maar welke is de minst pijnlijke methode?

slacht1Verdoving lijkt aangewezen. Ik heb liever dat de tandarts me verdoofd voor hij aan de slag gaat. Maar dat is niet de verdoving waar het bij slachten om gaat.
En de vreemde stoffen van een dodelijke injectie bij ter dood veroordeelden willen we ook niet in ons vlees. Verdoving betekende meestal: een flinke klap met een hamer op de hersenpan, of een slachtpen (als een vasthangende kogel) door de schedel. Een kortsluiting met knock-out, waardoor bewustzijn en gevoel in een flits weg zijn. Om daarna via een snede leeg te bloeden. Industrieel wordt ook elektronarcose gebruikt.

Zal ik je bij wijze van enquête de keuze laten tussen een halssnede of onthoofding? Na de guillotine heeft IS ons hier opnieuw mee geconfronteerd. Of liever ‘verdoving’?
Als we kijken naar mensen die wel effectief een keuze maken, dan zijn dat meestal ook technieken om er snel, in 1 klap, van af te zijn. Wie er rustiger thuis aan begint opent meestal een ader om leeg te bloeden.

slacht3Ik ga regelmatig bloed geven. Een prik, die je voelt, en daarna wordt er 450 grammen A+ afgetapt zonder dat ik daar iets van merk. Als ik de keuze moest maken, lijkt dit me een pijnloze, rustige en schone manier om stilletjes in te slapen. Het volume zou ca. 10x hoger zijn, en het zal wat langer duren. Maar het zou kunnen: zonder verdoving, zonder geweld en agressie, zonder bloedplassen.

Nomaden in woestijnstreken drinken in noodgevallen soms bloed van hun vee via een halsader. De kleine snede heelt achteraf weer. Het lijkt me dus zeker wel mogelijk.

slacht2Ik stel me dus voor dat dit met slachtvee ook zo kan. Dieren zullen niet als bloeddonoren rustig op een Rode Kruisbedje gaan liggen. Maar als je ziet welke installaties er dan wel voor gebruikt worden moet het zeker mogelijk zijn ze in een steeds smaller wordende box te leiden waarin ze dan een prikje krijgen. Het bloed word netjes opgevangen, en de dieren krijgen de tijd om in te slapen.

slacht4Geen bloed meer in de longen, geen gekrijs en gegil, geen bloederige taferelen, geen geweld. Oké, dat maakt het nog geen pretje. Maar het lijkt me wel heel wat humaner. Respectvoller ten aanzien van de dieren en hun leven.

En zou het ook geen alternatief kunnen zijn voor rituele slachtingen. In plaats van een keelsnede om het dier te laten doodbloeden, krijgt het nu een minisnede. Met een scherp mesje, dat toevallig ook de punt van een holle naald is. Waardoor het ook doorbloed. Met een beetje goede wil moet dit ook religieus aanvaard kunnen worden.

Volledigheidshalve, en voor alle duidelijkheid:  ik pleit zeker niet voor vleesconsumptie. Die moet sterk verminderen. Ik ben absoluut tegen de industriële hedendaagse vee-productie, de fok- en forceermethoden en de slachtfabrieken. Maar dat zal allemaal nog niet op zeer korte termijn verdwenen zijn.

Ik afwachting probeer ik met mijn klein boerenverstand de gruwel een beetje humaner te maken. Ik vraag me af waarom dit eigenlijk nog nooit (bij mijn weten) overwogen werd.

Wie kent een ‘sleunhamer’?

sleunensporenStammen van populieren maakten we vroeger takvrij om het stamhout dikker en rechter, en de opbrengst hoger te krijgen. Als er veel of dikke takken weg moesten, kropen we met ‘sporen’ de boom in om ze weg te hakken. Dat was zeer zwaar (en riskant) werk.

We hadden voor jongere bomen en kleine takken (< 8cm) ook een buizensysteem met 3 buizen van 3 meter, 1 van 1 meter en 1 van 2 meter. Met de 2 meter die we zelf konden bereiken, konden we hiermee alle combinaties maken tot 15 meter. Het waren lichte aluminiumbuizen met in een uiteinde een stalen koker als verbindingsstuk, dat met 2 bouten in iedere buis kon vastgezet worden.

Vanboven stond een zware stalen stang, de hamer. Daarrond zat een stalen buis met een lange groef. Een schroef in de hamerstang gaf ca. 50 cm schuif- en slagruimte via die groef. Bovenop zat het brede lemmet van een soort bijl. Dat stak je onder een tak, en dan hamerde je de bijl er dwars doorheen.

sleunen0De laatste slag deed je met veel kracht, zodat de tak omhoog en van de stam af wipte. Anders had je kans dat hij je bij het neerkomen neersloeg, en met die laatste jump komt de tak achter je neer. Ik heb wel eens gedacht dat mijn vader lekker zat uit te rusten tegen een boom, terwijl ik aan ’t zwoegen was. Later hoorde ik dat hij een tijdje knock-out geslagen was. (Helmen gebruikten we in die tijd ook al niet.) Het was zwaar werk. Pure fitness. Je kreeg er stalen spieren van. En een dikke nek. En stram. Je moest voortdurend steil omhoog kijken. Probeer dat maar eens een dag te doen.

Naast het bijl was er ook nog een haak. Handig om losse takken weg te trekken, maar vooral om de roede even vast te hangen om uit te rusten. Alleen al het rechtzetten van een 9 meter of langere staak was zware kost. Zoveel te meer hij uit balans was, zoveel te zwaarder hij woog. En dan zwaaide hij ook meer. Dus je probeerde hem altijd mooi recht te houden. En maar omhoog blijven kijken. Ik begin te begrijpen waarom niemand dat blijkbaar nog doet… of kent.

sleunen2Ik vond nog wel een afbeelding van een dergelijk ‘mes’, dat zoals bij een stokzaag ook op een steel gemonteerd werd. Maar daarmee kan je alleen maar twijgen en dunne takken wegsteken. En ook de werkhoogte is beperkt. Dat bereik zou je kunnen verbeteren door met een zware ladder gaan rond te zeulen. Die moet je dan per stam ook nog een keer of drie verplaatsen. En werken vanaf stevige, begane grond is toch wel comfortabeler.

sleunsplitterHet hamersysteem lijkt een beetje op de klover of kliever die (in omgekeerde positie) gebruikt kan worden om brandhout te klieven. Voordelen zijn dat je die ook gemakkelijk en nauwkeurig kan positioneren, en dat je zonder energieverspilling telkens op de goede plek blijft hameren.

Bij ons heette dit werk ‘jagen’, of ‘bomen jagen’. (Waarschijnlijk bedoeld als het ‘opjagen’ of stimuleren van de dikte-groei.) Voor wat ik maar gemakshalve de ‘sleunhamer’ noem, hadden we eigenlijk geen woord. Wij gingen gewoon jagen, met de ‘sporen’ of met de ‘roeien’. En met dat laatste zullen eigenlijk de ‘roeden’ of buizen bedoeld zijn.

Het was eigenlijk een vrij eenvoudig, maar erg knap en efficiënt, zelfgemaakt gereedschap. ’t Zou zonde zijn als die knowhow zou verloren gaan.

Voor het gereedschap zelf ken ik dus geen naam. Heeft iemand dit ooit gebruikt, zien gebruiken of gekend?

Heeft iemand er nog een afbeelding van? Of een woord of benaming ervoor?