Categorie archieven: Ergernis

Houtkachel gevaarlijk?

De overheid stelt houtkachels en haarden in een slecht daglicht: te vervuilend, veel fijn stof en gevaarlijke uitstoot. Ik verwarm mijn stulpje al jaren met een houtkachel. En vind het nogal hypocriet dat ik hierop wordt aangesproken. De bedenkingen kloppen wel, maar de oplossingen (een verbod) niet.

Er zijn nog weinig huizen die (uitsluitend) met een houtkachel verwarmd worden. Niemand weet hoeveel. Daarentegen is er voor iedere woning meer dan 1 vervuilende auto. Een verbod op auto’s (en vrachtwagens) zou veel meer effect hebben. Maar dat raakt iedereen, en de staatsinkomsten. Dus daarvoor is er geen ‘draagvlak’.

En om dezelfde reden mag er nog gerookt worden.

In Langerlo wordt een steenkoolcentrale omgebouwd om houtige biomassa te importeren en hier te verbranden. Het gaat hier niet over een kruiwagen hout he. Maar over scheepsladingen vol: 1,8 miljoen ton/jaar.

Maar daar noemen politici het CO2 neutraal, en hernieuwbare energie. En dus voorzien ze 2,25 miljard subsidie om de ketel 10 jaar lang continu te laten stoken. Kom me dan niet vertellen dat ik mijn kachel ruim 10 km verder moet uitlaten he? Alleen al het transport van de pellets veroorzaakt 1/10 van de uitstoot van een kolencentrale.

Waarom geen betere oplossingen belonen? Voor ‘groenere’ auto’s zijn er toch ook premies?  Neem het Franse systeem van Flamme Verte (groene vlam) over. Het bestaat al sinds 2000. Net zoals elektrische apparaten hier een energielabel (A,B…) krijgen, geeft Flamme Verte een eco- en rendementslabel (met sterren, zoals voor hotels) voor houtkachels en ketels met een veel hoger rendement (>70%), minder CO productie en minder fijn stof. Hierdoor is op 10 jaar tijd het rendement met  30% gestegen, en zijn verontreinigende stoffen en fijn stof in de rookgassen zeer sterk gedaald. De CO limiet daalde van 1 naar 0,3%.

Gecertificeerde kachels zijn hier ook al wel te vinden, maar helaas enkel mooie designstukken, terwijl ik liever een robuust en praktisch model zie waar je ook op kan koken. Eventueel met oven, rookkast en boiler.

 

Topdown vuur

Maar ook de manier waarop je stook maakt veel verschil. Klassiek begin je met aanmaak materiaal, en daarop telkens grotere stukken en blokken. Fout blijkbaar!

Je verbrandt namelijk niet echt hout. Je verhit en vergast het. En die ontsnappende gassen worden verbrand en zorgen voor vlammen en warmte. Door de klassieke botten-up verbranding worden gassen en partikeltjes uit het bovenliggende hout gedreven en door de schoorsteen gejaagd.  Met een behoorlijke vervuiling en onvolledige verbranding tot gevolg.

Bij de omgekeerde werkwijze leg je eerst grote, daarop kleinere blokken, en dan het aanmaakmateriaal. Door de hitte van het vuur worden de gassen ook uit het onderliggende hout gedreven.  Maar een groot deel daarvan wordt in en boven het bovenliggende vuur verbrand. (Tenminste als je voor voldoende zuurstoftoevoer zorgt.) Door die naverbranding krijg je een aanzienlijk hoger rendement:  meer hitte en minder uitstoot. Ik merkt het vb.  ook heel erg aan de kachelruit die ik veel minder moet schoonmaken.

Dus regering, kom me niet af met een verbod of een campagne om mij roetzwart te maken, zolang Langerlo wordt gesubsidieerd. Zorg liever, met een fractie van die miljarden, –net als bij koning auto- voor goede informatie en verbeteringen.

Frituur met bitterballen

Tussen twee activiteiten iets gaan eten zonder het te ver te gaan zoeken. Dat betekent naar de frituur op de hoek gaan. Vrij onbekend terrein voor mij, maar frieten zijn frieten. Helaas voor mij, leuk voor de uitbater: zondagmiddag, 13 uur, behoorlijk druk.

frituur2Ongelooflijk welke bestellingen mensen meenamen of opgaven. Ik vroeg me echt af voor hoeveel personen die eten kwamen vragen. Zelfs een koppel met een zoontje van 7 bestelde een hoop spullen. En nog vreemder: de uitbater onthield dat allemaal. Een weet-ik-veel burger maar zonder tomaat en ui, wel extra kruiden. En de frieten waar wel zout op mocht, daar hoorde dubbele tartaar op. En een  broodje met wel dit, maar zonder dat.

Ik had dus nog wel de tijd om mijn keuze te maken. Frietje met mayonaise. En wat eten we daar nog bij? Boven het ziedende frietvet hingen 4 ‘bladzijden’ met allemaal snacks en prijzen. In de koeltoog lagen tientallen gekleurde, gevormde, gepaneerde, voorgebakken dingen. En toch had ik een probleem om te kiezen…

frituur1In de koeling stonden er geen namen bij de producten. (Vlees is in dit geval allicht een te vleiende omschrijving.) En op de prijslijst stonden wel benamingen, maar geen foto’s.  Bij het horen van de door anderen vlot gebrachte en uitgebreide bestellingen voelde ik me plots een absolute leek, een analfabeet. Wist ik veel wat een Berenpoot was? Niets uit de tentoonstelling leek op een berenpoot.

De meeste andere namen waren nog prozaïscher, en gaven geen enkele aanduiding over vorm of inhoud. Waarschijnlijk zat er ook geen berenvlees in de berenpoot. Hoewel je het maar nooit weet. Waar ik me nog net wel iets bij kon voorstellen: bitterballen, en een goulash kroket. Wat de keuze meteen tot een aanvaardbaar dilemma reduceerde.

Tijdens het wegwerken van mijn middagmaal kreeg ik van de gesprekken tussen klanten en uitbater nog mee dat de aardappelen weer duur waren dit jaar. En eigenlijk niet van heel goede, of standvastige kwaliteit. Je wist nooit welke soort aardappelen je kreeg, of zelfs niet uit welk land ze kwamen. Ja, ook niet voor Belgische frieten.

En het uiterst linkse bakje was speciaal om uitsluitend glutenvrije dingen in te frituren. Want dat had je tegenwoordig wel nodig, met al die allergieën.

frituur3Ondertussen had het jonge koppel met het zoontje de naar mijn gevoel nogal uitgebreide maaltijd beëindigd. Mijn bezorgdheid over de massa eten die ze hadden besteld bleek onterecht. Ongeveer een kleine helft van het nog te betalen goed verdween samen met het wegwerpbestek, blikken, papieren verpakking en plastieken frietbakjes rechtstreeks in een vuilbak.

Een ecologisch frietkot, bestaat dat ook? Met veggie spullen?

En ecologische friet-eters?

De smaak valt met niets te vergelijken…

Ik heb maandag nog eens roze garnalen gekocht. En gegeten. Bij volkoren spaghetti met kaas. De smaak valt met niets te vergelijken…

Bij de aankoop voelde ik me een beetje als een overspelige. Zijn er eigenlijk nog vissen of schaaldieren waarvan het verantwoord is om ze op te eten? Ofwel zijn ze bedreigd, en zitten vol micro- en grotere plastics, en / of zijn radioactief en gekruid met verse kwik. Of ze worden ‘in het wild’ gekweekt in grote, drijvende farms. Gevoerd met hormonen en afval, en in leven gehouden met antibiotica. Wat een contradictie.

garnaalVissenDaarnaast doemen er in mijn achterhoofd beelden op van garnaalvissers (al dan niet te paard) die met sleepnetten de zeebodem vernielen. Niets van flora of fauna wordt gespaard. Alles wordt omgewoeld en afgeschraapt. En die werkwijze houd ik mee in leven door garnalen te eten.

garnaalBijvangstOm nog te zwijgen over de ‘bijvangst’. Gigantische netten die machinaal aan boord worden gehesen met daarin alles wat er uit de zee gegraaid kan worden. Ook soorten die we helemaal niet opeten. Een grote roof- en plundertocht. Ik mag er niet aan denken…

Maar het vooruitzicht van een lekkere, andere spaghetti kneep 2 oogjes van mijn geweten toe. En de roze garnalen waren daarbij ook merkelijk goedkoper dan de grijze Noordzeegarnalen. Bij wijze van uitzondering, en voor de afwisseling. Het vooruitzicht maakte dat dit om de 4 jaar toch misschien wel aanvaardbaar kon lijken.

garnaalEn inderdaad… De smaak valt met niets te vergelijken…

Met andere woorden: het smaakte absoluut naar niets. Zelfs niet naar zeewater of zout.

Het had kleur, en structuur. Maar absoluut geen smaak. Treurige teleurstelling.  Ik had niet mogen zondigen. Nu begrijp ik beter de uitdrukking:

De smaak valt met niets te vergelijken…