Ik heb maandag nog eens roze garnalen gekocht. En gegeten. Bij volkoren spaghetti met kaas. De smaak valt met niets te vergelijken…
Bij de aankoop voelde ik me een beetje als een overspelige. Zijn er eigenlijk nog vissen of schaaldieren waarvan het verantwoord is om ze op te eten? Ofwel zijn ze bedreigd, en zitten vol micro- en grotere plastics, en / of zijn radioactief en gekruid met verse kwik. Of ze worden ‘in het wild’ gekweekt in grote, drijvende farms. Gevoerd met hormonen en afval, en in leven gehouden met antibiotica. Wat een contradictie.
Daarnaast doemen er in mijn achterhoofd beelden op van garnaalvissers (al dan niet te paard) die met sleepnetten de zeebodem vernielen. Niets van flora of fauna wordt gespaard. Alles wordt omgewoeld en afgeschraapt. En die werkwijze houd ik mee in leven door garnalen te eten.
Om nog te zwijgen over de ‘bijvangst’. Gigantische netten die machinaal aan boord worden gehesen met daarin alles wat er uit de zee gegraaid kan worden. Ook soorten die we helemaal niet opeten. Een grote roof- en plundertocht. Ik mag er niet aan denken…
Maar het vooruitzicht van een lekkere, andere spaghetti kneep 2 oogjes van mijn geweten toe. En de roze garnalen waren daarbij ook merkelijk goedkoper dan de grijze Noordzeegarnalen. Bij wijze van uitzondering, en voor de afwisseling. Het vooruitzicht maakte dat dit om de 4 jaar toch misschien wel aanvaardbaar kon lijken.
En inderdaad… De smaak valt met niets te vergelijken…
Met andere woorden: het smaakte absoluut naar niets. Zelfs niet naar zeewater of zout.
Het had kleur, en structuur. Maar absoluut geen smaak. Treurige teleurstelling. Ik had niet mogen zondigen. Nu begrijp ik beter de uitdrukking:
De smaak valt met niets te vergelijken…