Als na een donkergrijze winterdag met aanhoudende regen de volgende middag droog en zonnig is, is dat een onweerstaanbare uitnodiging om even een korte wandeling te maken. Mezelf en het huis wat uitluchten. Maar eerst nog alles klaarleggen om bij thuiskomst meteen de kachel kunnen aan te maken.
Van buiten de woonkern zie je dat het dorp veel van zijn oude structuur behouden heeft. Woningen rond de kerk, daar rond velden en weiden, en dan nog wat struwelen en bos. Alleen gaat nu iedereen dagelijks kilometers ver weg werken, en mixen de enkele resterende boeren uit de buurt de veldweggetjes en landbouwgrond met veel te zware machines tot zompige pap.
Waar het wandelpad nog even langs de achterkant van een paar huizen loopt zie ik tegen een stalmuur konijnen zitten. Achter een hekwerkje van een soort puppy-bench, ongeveer 50 cm hoog. Daarover, tegen de muur, een paar panelen tegen de regen. Een wit-zwarte, en een bruin witte, ieder in hun hokje. Duidelijk ‘huis’dieren, niet voor consumptie bedoeld.
Ik geloof mijn ogen niet. De ruimte die ze hebben is ongeveer 100 x 80cm. De bovenkant is open. Slechts een halve meter hoog. En daarachter ligt een achtertuin met groen gras. Amper omheind. En aan de overzijde van het wandelpad een weide, bos, en… vrijheid.
En toch blijven ze in hun hok.
Waarom kiezen ze voor gevangenschap? Het comfort? De zekerheid (?) dat ze dagelijks lekkere (?) prefab korrels krijgen? Het vertrouwde van hun kleine hok? De schrik voor het onbekende? Zijn ze als troeteldier zo ver gedegenereerd dat hun achterpoten hun te zware lijf geen 50 cm meer omhoog kunnen stuwen? Gedrogeerd? Afgestompt? Ik begrijp het niet.
Ik weet wel zeker dat als ik achter mijn huis een (wild) konijn zou vangen, dat nog geen seconde in zo’n hok zou blijven. En als de omheining dubbel zo hoog was zou het hooguit een paar minuten duren om weer het hazenpad te kiezen.
Maar eigenlijk leven de meeste mensen ook zo. Bedenk ik me. Tevreden met een loon, tegemoetkoming of uitkering waarmee ze dagelijks hun veel te suikerrijke, lekkere prefab eten aanschaffen. Om bij thuiskomst weer in hun hokje te kruipen en naar een scherm(pje) te staren, afgestompt en braaf. Wat gedegenereerd en veel te zwaar om nog uit de zetel te komen. Vastklampend aan het bekende. Schrik voor de vrijheid van ongebaande wegen.
Als er vroeger in mijn dorp van iemand gezegd werd dat hij knijn was, betekende dat ofwel bitsig, ofwel (een beetje) gaga.
Het smalle en stukgereden wandelpad tussen twee prikkeldraadomheiningen laat me door modder en plassen waden. Waardoor ik de zekerheid krijg dat mijn wandelschoenen toch nog waterdicht zijn.
Langs een weide ligt een mesthoop te dampen alsof ie in brand staat. En ben ik blij dat ik even het hazenpad koos.
Laat me dan maar liever een haas zijn. Bang als het moet. Niet tam, niet gedomesticeerd.
Maar wel vrij.