Laatbloeiers (vervolg op deel 1)
zijn o.m. verschillende soorten kamille, rode klaver, vogelmuur, kool- en raapzaad, witte en paarse dovenetel, duizendblad, berenklauw, peen.
Geurende struikkamperfoelie (Lonicera fragrantissima) en vooral klimop (Hedera helix) zorgen nog lang voor veel bloemen.
Bij de winterbloeiende vaste planten rekenen we verschillende soorten (Corsicaanse) Kerstroos of Nieskruid (Helleborus, januari t/m april), Winterviool (Viola), winterakoniet (Eranthis hyemalis).
Erica carnea – winter(dop)heide houdt het vol van december tot en met april. Hazelaars (Corylus) en Sneeuwballen (Viburnum) doen het goed in de koude. De meest opvallende winterbloeier is Chimonanthus praecox (meloenboompje) tijdens mooi winterweer zoet geurende, gele bloempjes met een paars hart aan z’n kale takken houdt.
Winterjasmijn ( Jasminum nudiflorum, leiplant, bodembedekker) is een naaktbloeier met van december tot maart gele trompetvormige bloemen op het kale hout.
De bloei van de Gele Kornoelje (Cornus mas) begint in een zachte periode van de winter en gaat tijdens sneeuw en vorst gewoon door.
Peperboompje (Daphne mezereum), de toepasselijk genoemde Sneeuwbal (Viburnum tinus) en Wintersneeuwbal (Viburnum × bodnantense ‘Dawn’) versieren de tuin. Winterbloeiende Clematis (Bosrank) en struikkamperfoelie (Lonicera × purpusii ‘Winter Beauty’) en winterkamperfoelie (Lonicera fragantissima) kunnen de hele winter geuren.
Topplanten voor bijen
Zowat alles wat bloeit levert voedsel voor bijen en grondstof voor honing. Zolang het maar niet besproeid is. Want die rotzooi wil je niet in je honing en in je lijf, en je wil de bijen niet dood. (Je kan hiervoor diverse acties steunen!)
Digitalis purpurea – Vingerhoedskruid, Ilex aquifolium – Hulst, Alcea rosea – Stokroos, Echinacea purpurea – Rode zonnehoed, Clarkia spp (teunisbloem ) , Angelica archangelica ( Engelenwortel), Achillea millefolium (duizendblad ), Agastache foeniculum (dropplant, anijsnetel), ..
Een greep uit de vele interessante en lekkere mogelijkheden om in de tuin en rond het huis te voorzien.
Lavandula angustifolia – Lavendel voor de geur.
Hedera helix – klimop klimt: kan in de hoogte groeien en daarmee weinig plaats innemen. De plant bevat ook saponine, bruikbaar als zeep.
Humulus lupulus (hop) levert bittere bellen om bier te brouwen.
Heel veel kruiden zijn prima bijenplanten: Origanum vulgare, Wilde Majolein, Thymus serpyllum, Wilde Tijm, Borago officinalis (Bernagie , komkommerkruid ) , Allium schoenoprasum – Bieslook, Salvia (variëteiten) – Salie, Satureja hortensis (bonenkruid)en Satureja montana(winterbonenkruid).
Bellis perennis ( Madeliefje) is eetbaar, van Helianthus annuus (zonnebloem ) lusten we de pitten.
Eetbare bessen waren ook eerst (trossen van) bloempjes: Vitis vinifera – Druif, Ribes rubrum (rode bes, jeneverbes, aalbes ) alle soorten, Rubus fruticosus ( gewone braambes)…
En voor wie meer ruimte heeft zijn kastanje en linde een zegen voor mens en bij.
Dit is maar een kleine greep uit vele mogelijkheden. Op specifieke sites vindt je er 100den. Op de onderstaande link vindt je ze alfabetisch (wetenschappelijke namen). De nectar- en pollenwaarde van de plant is aangegeven met: 0 = geen waarde, 5 = grote waarde. http://users.telenet.be/imkerbondzoersel/bijenplanten.html
Verschil nectar – stuifmeel of pollen
Stuifmeel of pollen zijn de mannelijke (micro)sporen van zaadplanten. Het zijn sperma-kernen, geproduceerd in meeldraden van bloemen, van katjes of van de mannelijke kegels van naaktzadigen.
Nectar is een suikerrijke (30 à 70%) vloeistof (floeemsap) die door planten wordt geproduceerd en door honingklieren (nectarkleppen) wordt uitgescheiden. Samenstellingen en smaak verschillen per plantensoort.
Ook bladluizen zijn er dol op. Ze verorberen het en scheiden honingdauw af.