Zuinig met water in een droge tuin

Help je groenten en gewassen hitte en droogte te overleven. Ieder beetje hulp kan verschil maken. Wat zorgt voor uitdroging? Lage grondwatertafel en weinig neerslag. Maar ook wind! Zon. Een luchtige, losse bodemstructuur.

Wind en zon kan je temperen door hogere beplanting tussen lagere gewassen, of door op perceelranden struiken of een (eetbare) haag te zetten. Vermijd lijnrechte structuren en rijen, plant of zaai liever afwisselende soorten in een zeshoekig patroon, of in spiraalvormen.

Een bijkomend hulpmiddel voor wat schaduw en als windbreker is reliëf in de tuin voorzien. Maak de tuin niet vlak, voorzie bedden en ruggen (ook beter niet lijnrecht). Pas hier en daar Hügelkultur toe. (Gracht graven, vullen met een houtberg, en terug afdekken met de uitgegraven aarde.)

De grond zal minder uitdrogen als je zorgt dat die bedekt is en blijft. Dat kan door te mulchen met organisch materiaal. Bij gebrek daaraan kan je ook karton of zelfs keien gebruiken. Of (lage) begroeiing zoals klaver en vogelmuur. Bedekking kan ’s ochtends ook condens vangen. Dauw ontstaat als de temperatuur van de lucht daalt tot onder het dauwpunt waarbij de waterdampdruk van de luchtlaag vlak boven de aarde het verzadigingspunt bereikt.

De ondergrond is liefst vochthoudend. Vocht doorlatend zijn kiezel, grind en zand. Fijnere partikels laten minder lucht en verdamping toe. Ga dus liever niet (veel en diep) ploegen, woelen of graven. Leem met compost is prima. Een humusrijke, zwarte bovenlaag is ideaal. Op minder geschikte grond kan je het zaï-principe toepassen. Maak een put(je) in de grond (zand) en doe daar compost in. Zaai en plant hierin, en zorg voor mulch.

Geef water (lang) na zonsondergang, zodat er weinig verdampt. Vermijd temperatuurshocks (ijskoud putwater over verhitte planten). Geef water op (of in!) de grond, niet op de plant (waar het druppels kan vormen die als een vergrootglas stralen kunnen bundelen en het blad verbranden).

(Moderne technieken gebruiken druppelslangen en (ondergrondse) zweetslangen en pompen, of vochthoudende korrels.)

Zuinig en weinig water geven kan volgens het doopselprincipe. En door gebruik van de olla pot. Een olla is een rondbuikige pot met een korte, brede hals. Hij werd vroeger ook gebruikt als kookpot en asurn. In de tuin is de olla (spreek uit als ojja) een ongeglazuurde, poreuze, terracotta irrigatiepot die tot aan de nek wordt ingegraven tussen de planten. Je vult hem met water en legt een deksel over de opening (tegen vuil, verdamping, muggen). De koelere ondergrondse opslag verhindert verdamping. De plantenwortels groeien naar de pot toe en onttrekken er water aan. Je vult hem 1 à2 maal per week en bespaart zo 50-70% water en veel werk. Door de afsluiting kunnen muggen geen eitjes leggen in het water.

Voor de winter moet je de pot uitgraven en binnen bewaren (tegen bevriezen).

(Hetzelfde waterdoorlatend principe wordt in de zeer gebruikt als koelkamer(tje).

Je kan zelf een bruikbare pot maken door een bloempot te gebruiken. Maak het bodemgat dicht door een laagje mortel in de pot te gieten, en gebruik eventueel een passende aardewerk schotel (uit hetzelfde materiaal) als deksel.

Combineer allerhande technieken én planten. Plant in gevarieerde groepjes, niet bv prei netjes op een rij. Wortel ertussen zorgt voor schaduw en bodemdekking.

Een aantal zuiderse planten zijn behoorlijk droogte bestendigd: druiven, olijven, vijgen, lavendel …

Kies voor gewassen met een kort groeiseizoen, en voor miniatuurvariëteiten die minder water nodig hebben om vruchten te ontwikkelen.

(Redelijk) droogtetolerante groenten:

  • Armeense komkommer
  • artisjok Jeruzalem
  • asperges (meerjarig)
  • aubergine
  • cowpea (droogtebestendige lange boon met zwarte ogen)
  • groen gestreepte cushaw squash
  • kikkererwten
  • lima boon Jackson Wonder
  • mais Black Aztec en Hopi Pink
  • meloen Iroquois’
  • Mosterdgroente (soort Chinese ijsbergsla)
  • Motboon (Vigna aconitifolia)
  • okra
  • paprika’s
  • pepers
  • peulvruchten allerhande
  • rabarber (eenmaal volwassen)
  • snijbiet
  • Tepary bean
  • watermeloen Suiker Baby
  • wereldbol artisjok (Cynara cardunculus)
  • zoete aardappel

Dek ook de composthoop af met een schaduwgevende laag, en begraaf vochtige materiaal onder de bovenlaag (koffiedrab, rot fruit e.d.)

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *