Een paar interessante weetjes oppikken uit de ervaring van een milieubewuste bioboer maakt het de moeite waard om hem op zijn wandeling te volgen. Veel percelen worden begraasd met Belgische melkschapen en het Vlaams schaap. Van beide rassen zouden er slechts weinig (600 en 300) over zijn. Waarmee ze zeldzamer zouden zijn dan panda’s. En je kan ze gratis gaan bekijken!
Daarom werd de kleine kudde goed opgevolgd en verzorgd. Dat bracht veel extra werk met zich mee, en zorgde voor zwakke nakomelingen. Later werd er bewust voor gekozen de dieren meer aan hun lot over te laten, en de natuur haar werk te laten doen. Gedurende enkele seizoenen werden zwakke en zieke dieren hiervan de dupe. Maar de resterende schapen waren sterker en gezonder. En er was geen hulp meer nodig bij het lammeren. Uiteindelijk dus een volledige win-situatie.
(In tegenstelling bv tot de commerciële teelt van dikbillen: geforceerde dieren met (te) veel vlees, die jaarlijks een keizersnede te wachten staat om het kalf ter wereld te brengen.)
Door de niet-drachtige jonge dieren wat langer dan normaal op een perceel te laten, gaan ze ook minder voor de hand liggende gewassen (gedeeltelijk) afeten (zoals russen (grasachtigen)). En ook de grote brandnetel die in zaad staat. Zodat ze zich niet verder uitzaait. Brandnetels zonder zaad blijven onaangeroerd.
Kweek is met 90% succes bestreden door de plant te ’ambeteren’. Met een cultivator wordt ze bij droog weer met de wortels losgetrokken (meermaals in een seizoen). En blijft dan gewoon op de akker liggen om te verdrogen. (Frezen werkt tegengesteld. Dan verspreid je stukken wortel.)
Bij het vullen van een oude, al lang droogstaande vijver bleek zowat alle water door de losse (vrij zandige) grond inclusief mollengangen makkelijk weer terug leeg te lopen. Gezien toevoer van water (van de Demer) geen probleem is werd de poging lang aangehouden. Dat bleek als methode voldoende om te kunnen slagen in de aanleg van een natuurlijke vijver. Het nat houden van de bodem, verrijkt met bladval en uitwerpselen van watervogels volstaat om een slijmerige en dichte laag op de bodem te creëren. Na 3 jaar was de diepte een (waterdichte) vijver.
Verder zijn van op de wandelpaden en –routes de wijdse landschappen en de grandeur van de abdij natuurlijk ook indrukwekkend. Maar dat kan je in Hasselt zelf gaan ontdekken, ook zonder gids.