Zondag vertelde Patrick een interessant verhaal. Op een warme, luie dag lag hij in zijn hangmat bij de vijver. Aan de rand van het grasveld dook een vos op. Ze zagen elkaar, en taxeerden elkaar. En aangezien het een luie dag was bleef de verteller rustig in zijn hangmat liggen, en kijken naar de vos. Die blijkbaar ook een rustige dag had. En traag, telkens wat dichter bij kwam.
Mekaar observerend ging dat zijn gangetje. De vos had een bosje stro tussen zijn tanden. Waarvan een menselijke toeschouwer zich moeilijk kon inbeelden wat de sluwaard daarmee zou gaan doen. Zonder elkaar uit het oog te verliezen was de vos tot aan de rand van de vijver gekomen. Blijkbaar was hij in de stemming om te gaan pootje baden. Maar dan wel zonder dat menselijk wezen een ogenblik uit het oog te verliezen.
Dus stapte hij glurend, achterwaarts het water in. Het werd eerder staartje baden dan pootje baden. En dan werd het schouwspel nog vreemder. Reinaert had koudewatervrees. Hij ging niet zomaar het water in. Maar tergend traag. Achterwaarts. Stro tussen de lippen. Glurend.
Hij ging wel steeds dieper en verder in het water. Maar hij deed er 15 a 20 minuten over. Dat is een hele tijd om elkaar aan te blijven staren. En om het zo uiterst traag te doen, dat is bovendien moeilijk. Maar hij ging steeds verder, tot uiteindelijk enkel nog het puntje van zijn neus met het plukje stro boven water stak. En dan maakte hij een duikje, en verdween.
Het heeft een hele tijd geduurd eer Patrick van een boswachter een bevredigend antwoord op dit vreemde gedrag kreeg. Hij vroeg aan de tafelgenoten of ze enige verklaring hiervoor konden verzinnen.
Ik kende het verhaal. Ik heb het ooit gelezen, maar dan in verband met mensen. Nooit geweten dat ook dieren dit deden. Misschien hebben wij het van hen afgekeken, of andersom?
Wat ik me herinnerde was dat het een manier was om van vlooien af te geraken. Langzaam in een bad met zeepwater zakken. De vlooien de tijd geven om naar droge plekjes te verhuizen. Tot alleen nog je neus boven water komt. Je moet tenslotte nog kunnen ademen. En dan laat je ook dit laatste eilandje nog verdwijnen om de vlooien te verzuipen.
Voor dit verhaal heb ik nooit een bevestiging gevonden. Maar als zelfs een sluwe vos het zo aanpakt, moet het toch wel waar zijn.
(Het bosje stro kan ook een pluk vossenhaar geweest zijn – volgens kenners.)