Tag archieven: tuin

Groenten in de schaduw

Er zullen weinig tuinen zijn waar ieder hoekje altijd zonnig is. Maar planten groeien er overal, ook in de schaduw. Sommigen hebben zich daarin gespecialiseerd, andere verdragen het, of toch gedeeltelijk. Gelukkig zijn er daaronder ook die we graag in onze groentetuin zien.
Meestal zijn dat groenten en kruiden die schaduw verdragen, maar toch ook wel 2 tot 4 uur zon per dag willen hebben. Planten hebben licht nodig voor hun groei. Daarzonder is fotosynthese of bladgroenwerking niet mogelijk. Schaduwgroenten zijn dus eerder  ‘schaduw verdragende groenten’. In de schaduw groeien planten trager en de opbrengst is minder. Zaai of plant niet dicht op elkaar, gun ze het weinige licht dat er is. Een tuinier voordeel is dat de grond in de schaduw minder uitdroogt.
Het gedeeltelijk verhinderen van die bladgroenwerking gebruiken we ook bij het bleken van groenten, waardoor structuur en smaak van de bladeren zachter en milder wordt. Denk aan andijvie, kool, bloemkool en bleekselder.
Groenten die vruchten dragen groeien minder goed tot slecht op schaduwrijke plaatsen. Ook voor het rijpen hebben ze per dag vaak een aantal uren volle zon nodig.
Planten die oorspronkelijk in het bos leefden verdragen uiteraard schaduw. Denk aan bosaardbei (Fragaria vesca) (en dus ook aardbei) en daslook (Allium ursinum).
De meeste bladgroenten verdragen wel schaduw. De jonge schaduwblaadjes zijn zeer geschikt voor mesclum. Deze salade uit de Franse keuken is een mengsel van verschillende slasoorten, (paarden)bloemblaadjes, bloemen, andijviesoorten, kruiden en koolsoorten. De minder pittige mesclun zonder kruiden noemt men “babyleaf”. 
Bladgroenten als slasoorten, rucola,
spinazie,
snijbiet ,
mosterdblad,
als voorjaarsgroenten geteelde koolsoorten,
bloemkool en broccoli, spruitkool,
andijvie doen het behoorlijk in de schaduw.
bietjes,
erwten,
lente-ui,
pronkbonen (matig),
rabarber,
radijs,
tuinbonen,
tuinkers geven ook nog een behoorlijke opbrengst.
Kruiden die ook in de schaduw gedijen
Basilicum
Bergamot
Bieslook
Bloedzuring (Rumex sanguineus )
Borage (komkommerkruid)
Citroenmelisse
Daslook (Allium ursinum)
Kamille
Kervel (Anthriscus cerefolium)
Lavas (maggiplant)
Maarts viooltje (Viola odorata)
Mierikswortel
Munt
Peterselie (Petroselinum crispum)
Roomse kamille
Venkel
Veldzuring
Wilde tijm
Engelwortel heeft eetbare bladeren die je kan koken als spinazie. De wortel wordt als geneeskruid gebruikt.
Ook van Smeerwortel of symphytum is het blad eetbaar. Er zou vitamine B12 in zitten, dat volgens sommige bronnen enkel in vlees zit. Je mag het niet te vaak eten (eens per maand) omdat er ook minder goede stoffen in zitten.

Info over schaduwgrassen: http://toverleven.cultu.be/gras-kiest-grond

Je kan er ook voor zorgen dat er wat meer licht in een schaduwhoekje komt:
•    snoei overhangende takken,
•    kalk (of verf) schuttingen of muren wit, dat maakt enorm veel verschil,
•    bedek de grond niet met donkere of zwarte compost, maar met lichtere materialen: zaagmeel, hooi, zand, kalk, karton,…
•    stel oude ruiten of spiegels strategisch op als reflectoren zodat ze het zonlicht van elders weerkaatsen in de donkere hoeken.

 Absoluut zonder licht, dus zelfs in je kelder, kan je ook nog wel wat kweken. Dus zeker ook in de schaduw. Maar dat is dan beperkt tot paddenstoelen (champignons) en witlof.

Snij- en pluk groenten die hergroeien

Voor sommige groenten en kruiden is het zonde ze te rooien als je wil oogsten. Je kan er beter, telkens je wat wil gebruiken, een deeltje van oogsten en de plant laten hergroeien.
De (meerjarige) asperge (Asparagus officinalis subsp. officinalis) blijft scheuten vormen Die worden geoogst vanaf de tweede donderdag van april tot 24 juni (St. Jan). Daarna wordt de plant met rust gelaten om haar weer op kracht te laten komen en te groeien.
Als je rabarberstengels (Rheum rhabarbarum) plukt komen er weer nieuwe. Van selder(ij) kan je telkens de buitenste bladeren en stelen wegnemen. En dat kan eigenlijk ook bij sla. Zelfs bij kool. Niet enkel het blekere en zachtere hart is eetbaar.
Oogst en gebruik altijd eerst de oudste, buitenste bladeren. En laat een kern van jonge blaadjes intact zodat de fotosynthese kan doorgaan.
De meeste slasoorten, niet de kropsla maar vooral losbladige rassen, kan je als pluk en snijsla gebruiken. Rucola of raketsla (Eruca sativa) en radicchio (roodlof of radicchio rosso, Cichorium intybus var. foliosum) zijn zeer geschikt om regelmatig enkel de buitenste bladeren te plukken, en het centrum te bewaren zodat het blijft groeien.

Veldsla (Valerianella locusta) is nog zo een kampioen waar je zelfs in de winter plezier van hebt. Nooit de hele plant rooien, maar gewoon blijven blaadjes plukken of snijden.

Het blad van rode bietjes (Beta vulgaris subsp. vulgaris var. ruba) kan je eten, vooral als het nog jong is. Als je de bietenkweekt voor de wortels moet je niet teveel blad oogsten van één plant. Zo heb je er dus (meer dan) twee maal plezier van.

Zuring (Rumex) is een vaste plantwaarvan vroeg in het voorjaar al kan geoogst worden. Als je verhindert dat er een centrale zaadstengel uitschiet door regelmatig te knippen, kan je er lang gebruik van maken.

Van andijvie (Cichorium endivia) (vooral losbladige soorten) kan je regelmatig plukken. In extreme gevallen volstaat het dat je enkele scheutjes laat staan. Het is dan ook familie van witlof, dat helemaal volgens dit principe geteeld wordt.

Paardenbloem (Taraxacum officinale) kan je dank zij zijn langepenwortel blijven oogsten. Hij blijft bijna onuitroeibaar terugkomen.

Mosterd-blad of blad-mosterd (Brassica juncea) is eigenlijk ook een koolsoort, waarvan het blad prima in gerechten (salades of gekookt) te gebruiken is. Je kan de plant regelmatig (gedeeltelijk) kaalplukken.

Mizuna (Brassica rapa var. Nipposinica, ook te vinden als  Brassica juncea var. japonica)  is een decoratieve Japanse groente met een zachte, maar toch pittig gepeperde mosterdsmaak. Ze vormt in een lang groeiseizoen een grote rozet van fijne, sterk ingesneden donkergroene blaadjes met witte stelen. Deze mosterdkool is zeer koude resistent  en bruikbaar in een gemengd slaatje of gestoomd zoals andere bladgroenten (soep, stamppot,..)
Van boerenkool (Brassica oleracea )volstaan een paar bladen om als groente bij een gerecht te serveren. En hij blijft na een plukbeurt snel groeien, en kan zelfs de winter trotseren.

Pak Choi (Brassica rapa var. chinensis) ziet er uit als een kruising tussen witlof en kool. Meestal wordt de krop geoogst, maar je kan die ook systematisch, telkens je wat wil gebruiken, ontmantelen. Zo kan je er meer en langer van gebruiken.

Veel kruiden hebben weinig problemen met een geregelde knipbeurt. Koriander (Coriandrum sativum) hoort daar bij, maar ook bieslook (Allium schoenoprasum), tijm (Thymus vulgaris), peterselie (Petroselinum crispum), kervel (Anthriscus cerefolium). Basilicum  (Ocimum basilicum) kan je zorgeloos plukken en knippen. Hoe meer toppen je wegknijpt, hoe uitbundiger hij groeit.
Een kampioen in deze soort.