Als je een gans in de bek kijkt geloof je meteen dat vogels van dinosauriërs afstammen. Naast de gelijkenis m.b.t. het skelet, de eieren en het verenkleed dat ook bij een aan aantal dino’s gevonden is, lijken gedomesticeerde ganzen een flink stel bijters te hebben, zowel op hun kaak (snavel) als op hun tong. Tanden kunnen we het niet noemen, er zit geen email op.
De bek is aan de buitenkant bedekt door een hoornlaag, de rhamphotheca. Meerdere vogelsoorten hebben hierop een scherpe snijrand om prooien te doden of te verscheuren, of kartels om voedsel uit water te zeven, of om een betere grip te hebben. Die ribbels worden tomia (enkelvoud tomium ) genoemd.
Daarnaast lijkt ook haar tong omrand te zijn met stekels. Deze papillen zijn haar- of weerhaakachtige structuren op de tong en bestaan uit verhoornd epitheel (dekweefsel of bekleding). Ze vormen een zeer geschikt hul middel om gras vast te grijpen en af te scheuren. Geen overbodige bescherming. Ik heb me met het grijpen van rietachtig gras al flink in mijn vingers gesneden.