De woordverwantschap tussen boek en beuk wordt toegeschreven aan de eerste boekingen die op beukenhout plankjes werden gedaan (om dingen te boekstaven), en de beukenhout letters en houtsneden bij het uitvinden van de boekdrukkunst. Soms wordt verondersteld dat de gladde schors als papier werd gebruikt. Daar vond ik nergens bewijs voor. Door die gladde schors is beuk wel de enige boom die als boek gebruikt wordt. Hij wordt vol namen, hartjes en letters gekerfd.
Door zijn dunne bast is de beuk zonnebrand gevoelig, waardoor hij zijn takken als bescherming naar beneden buigt (als hij alleen staat). De haagbeuk herken je vooral aan zijn gespierde stam.
De beukenboeken maken me wel nieuwsgierig. Wie schreef dit, en wanneer? Welke verhalen zitten er achter? Het zal zelden te achterhalen zijn.
In een volgende post presenteer ik de galerij van plaatselijk goed gekende beuken met opvallende figuren. Maar eerst even opwarmen met het kleinere werk. Door het toenemen van de omvang van de stam worden de kerven mettertijd alsmaar breder. Vaak ook onduidelijker door het dichtgroeien van de wonden.