Ieder schooljaar, van eind augustus tot half september, zijn er weer in zowat alle dansscholen, dansclubs en dansverenigingen opendeurdagen.
Hét zoekmoment voor singles die een kans ruiken om een partner te veroveren, voor koppels om aan een nieuwe uitdaging te beginnen, voor doof gezeurde mannen die hun vrouw willen bewijzen dat ze écht niet kunnen dansen en voor suffe TV kijkers die na vb. Sterren op de dansvloer, of So you think you can dance, geloven dat je op één week kan leren dansen als een showbeest.
Maar ook het moment om even terug met twee voeten aan de grond, of aan de dansvloer te komen. De eerste en tweedejaars koppels die je over de vloer ziet stuntelen, soms lijkt het zelfs dansen, dat zijn enkel de moedigen die met veel oefenen al één of twee jaren overleefd hebben. Driekwart viel al af, en hun gehotsebots zal je dus niet te zien krijgen. En de zwierig zwevende koppels die je ziet zijn al jaren aan de slag. Oke, het kan sneller. Als je dagelijks, of meerdere uren en keren per week oefent. Maar dat is meestal niet de intentie.
Dat is dan ook aan de meeste liefhebbers niet besteed. Hoeft ook niet. Veel belangrijker is dat je er plezier in hebt. Of krijgt. Dansen is niet alleen maar show en prestatie. Het is ook sport. Het is cultuur. Het is sociaal. En gezond. En fijn. En gezellig. Dat is natuurlijk al een hele andere instelling dan de ambitie om het sterrendom te bereiken. Hollywood wacht niet echt -echt niet op onze moves.
Een dansavond kan bestaan uit 6 Duvels en 3 dansen, of uit 30 (en meer) dansen en iets fris. In het laatste geval is er sprake van danssport. In het eerste geval, euhh… eerder van een excuus. Om te drinken. Terwijl dans als sport natuurlijk net wel goed is voor je conditie, je (over)gewicht, je BMI, je uithoudingsvermogen, je reflexen, lenigheid, coördinatie, geheugen enz.
En als je samen in groep lessen volgt, en samen naar oefenavonden gaat, dan ontstaan er al snel gezellige vriendenkringen. Je leert elkaar steeds beter kennen. En dansen wordt ook weer uitgaan. Met vrienden. Zoveel beter dan de hele avond passief TV kijken. Zonder iemand te ontmoeten. Of klagen en zeuren over het weer en politiek.
Dansen is ook genieten. Niet die eerste 2 jaren. Dan moet je te veel opletten. Je passen tellen, je figuren herinneren, overgangen maken, aan je houding denken… Maar net als fietsen wordt veel daarvan na verloop van tijd vanzelfsprekend. De automatische piloot zorgt er voor. En dat geeft je dan, na enkele jaren, tijd om te praten, te experimenteren, te fantaseren en te genieten. Een investering op iets langere termijn dus.
Vergeet dus maar het de ‘ik leer dansen in 1 week’ idee. Maar aan de andere kant: je kan het heel lang blijven doen. Tot je 88ste. En net als goede wijn, het wordt met de jaren beter.
Er is een zeer levendige salsa-scene waarin ook bachata een plaatsje heeft veroverd. Sporadisch worden zouk en merengue gedanst, of wordt er kizomba aangeleerd. Als je eenmaal in het circuit zit, leer je over het hele land de beste salsafeesten en fuiven kennen.
Een gelijkaardige belevenis ervaar je bij de Argentijnse tango, waar het tempo wat rustiger en de dans wat statiger is. Beide gemeenschappen worden ook gekenmerkt door het feit dat iedereen er gemakkelijk met iedereen danst.
In dansscholen wordt er eerder in vaste koppels gedanst. De aangeleerde standaarddansen bestaan uit ballroom (quickstep, tango, Engelse of langzame wals, Weense wals en slowfox) en latin (chachacha, jive, rumba, samba (en soms paso doble)). Meestal wordt er ook nog, soms in afzonderlijke korte reeksen disco en boogie gegeven. Ook wel eens mambo of mars. Af en toe popcorn.
Keuze te over om wereldwijd iedere vorm van oorlogvoeren, conflicten en ruziemaken te vervangen door een aangepaste dans.
So, let’s dance!
(Alles over dans: zie website DansFans , ook voor de opendeurdagen)