Een aantal leden van de vereniging hadden het leuke idee om een picknick te organiseren. Ze vonden een fijne plek in het groen aan een grote vijver. En een geschikt moment. De visclub hield er ’s avonds een barbecue en voorzag partytenten en tafels. En die mochten we dan ’s middag ook gebruiken. Er werd overlegd, en afgesproken wat er ging klaargemaakt worden.
Toen ze me enthousiast er over vertelden werd er bij gezegd: “En we hebben ook aan u gedacht!”
“?? Fijn, ik vind het een goed initiatief…” “Nee, nee, iedereen moet zijn eigen bord en bestek meebrengen, anders maakt Hugo weer van zijn oren!” “Ah? Ja? Waarom niet, goed idee..”
“Ja, na de nieuwjaarsreceptie had je toch gezegd dat we als vereniging eigenlijk het voorbeeld moesten geven. En porselein of glas moesten gebruiken i.p.v. plastieken schaaltjes en kommen. En de restjes verdelen i.p.v. alles met die plastic spullen in een vuilzak te gooien.”
Dat had ik inderdaad voorgesteld. Geen plastiek, geen verspilling. Even de vervelende klier spelen. Zonder er veder veel van te verwachten. Dus nu was ik eigenlijk wel aangenaam verrast dat enkelen het onthouden hadden, en een hele groep daar in meegegaan was. Milieubewust(er). Dat scheelt een hoop afval, en het geeft wel een goed gevoel. Maakt de picknick nog fijner.
En kleurrijker, en socialer, en persoonlijker.
Toen de vooraf-hapjes verschenen toverde iedereen een bord en bestek tevoorschijn, Sommigen ook een onderlegger. Of een keukenhanddoek, die ook als transportbescherming diende.
Het tafel dekken op zich was al een vrolijke bedoening. En leverde meteen ook gespreksstof. Over het meegebrachte campingservies. Over het Delfts porselein. Over het kleinste en het grootste bord. De kleuren en patronen leken me soms ook wel iets te zeggen over de gebruiker, of het interieur. Van degelijk tot saai hotelporselein, over uniforme kleuren, tot ruiten, bloemetjes en randjes.
En omdat er ook nog een nagerecht was, werd er tussendoor en na het dessert afgewassen. Twee keer dus. Om hetzelfde bord nog eens te gebruiken. Aanschuiven aan de spoelbak. De vaat doen, spoelen, drogen…
Dat zorgde echt voor extra sfeer. En contacten, ook met leden die niet naast je aan tafel zaten. Niet alleen milieuvriendelijk, maar ook sociaal.
En prachtig weer. En na de wandeling was er nog een grote, sappige, zoet watermeloen.
Ik hoop dat de anderen er ook zo van genoten hebben. En daardoor misschien de voor hen eerst wat vreemd lijkende gang van zaken ook nog in andere verenigingen gaan voorstellen en promoten. Een beetje zeuren. Zorg voor het milieu. Het mag best uitbreiden.
En ondertussen denk ik dat ik misschien ook nog eens wat mag vertellen over biologische voeding. Over lokale producten en de ‘korte keten’. (Nee, niet dat ding om de vrouw in de keuken te houden, maar om als gebruiker rechtstreeks bij de producent te kopen.)
En als extraatje, gezien de milieubelasting, het dierenleed, de hormonen, enz. ook nog iets over minder vlees en vis, en over vegetarisch eten. Geen konijnen eten, maar konijneneten eten.
O ja, we hebben natuurlijk ook bespaard op het budget. Geen wegwerpborden, bekers of bestekken gekocht. Wel een reeks echte glazen, die nog jaren kunnen meegaan. Eigenlijk hadden we daar al jaren eerder aan moeten denken.
Bedankt voor de lekkere en fijne picknick, en voor de hoopgevende boodschap tussen de lijnen.
In de hoop dat dit verslagje ook nog veel mensen en verenigingen inspireert.
(Glazen nodig? 😉 )