Tag archieven: harpoen

Vissen: speciale technieken

Vis vangen kan met veel materialen en technieken. Fuiken, netten en hengels kent iedereen nog wel. Enkele andere technieken zijn veel minder courant. Een verkorte selectie uit de website ’t Over-leven.

Snoek stropen met een strop

vissen2Het duikt geregeld eens op in de jongensverhalen van (hoog) bejaarden. Van een dunne metaaldraad maak je een lus, die je in een vuurtje van haar glans ontdoet.  Om die in het water te kunnen manoeuvreren maak je ze stevig vast aan een tak of stok. De snoek ligt vaak op een beschaduwd plekje met zijn kop net boven de bodem op een prooi te wachten. (Toen was het water nog zo helder dat je dat vanaf de oever kon zien.) Je beweegt heel traag en voorzichtig. Je schuift het stropje over zijn kop tot over de kieuwen. De snoek schiet vooruit en je haalt hem met een ruk binnen. Let wel op voor zijn tanden!

In het SAS survival handboek wordt de strop van staart naar kop over de snoek geschoven.

Paling peuren: aal vangen met feeling. Peuren is vissen zonder haak.

vissen3Je hebt een opvangnet nodig. Dit kan ook een boot, een kinderbadje, een paraplu zijn.
Dikke pieren worden in de lengte aan een lijn geregen en in een kluwen samengebonden. Het aas wordt dicht bij de bodem gehouden. Voor de vangst moet je feeling krijgen.

Wacht op de eerste ruk van de paling die door de stugge peurstok hard aanvoelt. Meestal zullen ze na de eerste ruk loslaten vanwege de weerstand die ze voelen. Toch kunnen ze de peur niet laten en zullen ze bij de tweede keer er mee weg willen zwemmen. Als dit gebeurd zie je de lijn zijwaarts door het water gaan. Je moet hem naar je net ‘begeleiden’. Als een paling een schok of te veel weerstand voelt zal hij de peur loslaten.

vissen5Je moet de paling dus rustig, zonder een ruk te geven boven water halen en boven de boot of peurnet houden. De paling blijft met zijn tanden nog achter de pierenlijn hangen. Dat geeft je voldoende tijd. Boven water lost hij de peur zodat hij in de boot of het net valt.

Vang hem ’s nachts (in het donker, niet bij volle maan) tussen april en oktober bij + 10 graden Celsius. Hij houdt een soort winterslaap in de modder. Er was lange tijd een meeneemverbod, omdat paling vervuild, zelfs giftig was, vooral door PCB’s in zijn vet. Niet zijn schuld, maar de onze.
Let op: ze zijn letterlijk zo glad als een aal!!


Een filmpje op internet toont een dakloze die door een enkeldiepe L.A. rivier waadt en kinderhoofd-dikke keien gooit naar de vissen. Na een minuut heeft ie een flinke karper ‘beet’.

vissen6De bot (Platichthys flesus) is een platvis (tot 50 cm) met rij duidelijk voelbare knobbeltjes achter de kop en langs de zijlijn en prima camouflagekleuren, verwant aan de schol, die in kustwater en rivieren voorkomt. Hij heeft onregelmatige vlekken. (Schol is helemaal glad, de huid van de bot voelt ruw aan als je van staart naar kop wrijft.)
Hij is zelfs te verschalken door er op te trappen. Botjes trappen doe je met blote voeten in 30 cm diep water. Als je voelt dat je op een botje staat pak je de vis bij zijn staart uit het water.

vissen7Ernest Claes vertelt (in De oude klok) “Op een afstand van enkele meters maakt men, met het onkruid uit de beek en met graszoden, twee licht dijkjes, die even boven het water uitsteken, en het water laten doorsijpelen, maar niet de vissen. Zodra die klaar zijn begint men het water tussen de dijkjes t “meuren”, te vertroebelen, met er door te baggeren en het grondslijk met de voeten op te halen, tot het zo donker vuil wordt dat de vissen de kop naar boven steken om lucht te happen. Met de handen of met de pet vangt men ze dan gemakkelijk.”  (Maar meestal ging het om een schrale vangst met waterdiertjes en heel kleine visjes.)

Spiesen met harpoen. Kan licht breken?

Je kan vis ook spiesen met een speer, pijl en (kruis)boog of een harpoen (speer met weerhaken aan de punt).

vissen4Als je een rechte stok schuin in het water steekt lijkt het alsof hij een knik maakt onder het wateroppervlak. Licht heeft in water een andere brekingsindex dan in lucht. Je ziet van boven het water dus niet precies waar dingen zich onder water bevinden. Probeer met je stok iets te raken, en je begrijpt hoeveel je, afhankelijk van de diepte, moet corrigeren.
Je moet dus of heel bedreven zijn, of veel geluk hebben om op die manier een vis te raken.
Daarom heeft een visspeer meestal meer punten. (Zoals de drietand van Neptunus.) Klief de top van een dikke speer stervormig tot ca. 20 cm diep. Spreidt de spijlen door er takjes tussen te slaan. Punt iedere spijl (en snij er best ook een weerhaakje aan). Steken werkt, gooien meestal niet.
Als je onder water (met een duikbril) kan jagen heb je geen last van de vervorming door lichtbreking. Je vangst zal er boven water wel veel (ca. 1/3de) kleiner uitzien.
Een andere mogelijkheid is ervoor te zorgen dat je je recht boven de prooi bevindt (waden, bootje). Dan zie je geen vervorming.

Tip voor speervissen: voor je een harpoen schiet of gooit, doe er een touw aan…