Tag archieven: ergernis

Hondendrollen

Roland Duchâtelet heeft met zijn analytische geest statistisch bijgehouden en berekend, en in een column gepubliceerd, dat hij bij het joggen in het plaatselijk park zonder specifiek uit te kijken voor landmijnen meer dan 80% procent kans had om met een geplette hondendrol onder zijn loopschoenen terug thuis te komen. Met risico’s op uitschuivers waarvan je hondsdrol wordt.
Tijden veranderen. Twee weken geleden dronk ik een cappuccino met Peter. Hij had net mijn boek t-over-leven gekocht, en vroeg zich af waar al die (deels) verloren gegane kennis vandaan kwam. Ik vertelde hem dat die dingen gewoon onderdeel van het dagelijkse leven waren, en dat ik besefte hiervan een van de laatste getuigen te zijn. (Reden om het op papier na te laten voor geïnteresseerden.)  Als voorbeeld deed ik het toch ietwat belachelijke shit verhaal dat wij vroeger, als de koeien van de boer van 2 straten verder hun passage naar het weiland hadden gemaakt, de straat op gingen met emmer en schop om de koeienvlaaien te verzamelen. Kostbare mest voor in onze moestuin. Met goed weer konden we ze soms  eerst nog laten drogen, dan kan de hele hap in een keer opgeschept worden.
Paardenvijgen (destijds geleverd door (het paard van) de melkboer en de bakker) waren gemakkelijker. Hij vond het een erg grappig verhaal. Maar het was gewoon dagelijkse realiteit. Gebaseerd op een ander waarden besef. (Nee, ik ben nog geen 120, ik dateer pas van de 2de helft van de 20ste eeuw! Wel van de boerenbuiten, met ouders die een hongeroorlog hadden meegemaakt.)
Eigenlijk kan ik me ook niet herinneren dat er toen mensen met een hond aan de leiband gingen wandelen. Honden liepen gewoon los. Net als katten. En onze Stratier (*)  Corry (een wijfje, net als die van de Rekels) kwam me telkens ik van school kwam al bij het begin van de straat tegemoet.
Dat was voor niemand een probleem.
Gevaarlijke honden hingen op het erf aan een ketting.
En als je een hond tegen kwam die je niet vertrouwde deed je alsof je een steen opraapte om te gooien. Dan ging ie er vandoor, of hield een veilige afstand. (En anders zocht je een echte steen.)
Hondenvoer bestond niet. Restjes van de tafel, en de beentjes van het vlees volstonden meestal.
(*) stratier: schertsend chique benaming voor een straathond
 uitspraak: stratié. ook straton, stratien: samentrekking van straat en chien.
De goot of berm mochten vroeger nog wel als hondentoilet gebruikt worden, maar tegenwoordig heerst er nul-tolerantie. (Op een plek waar het ongestoord kan vergaan vind ik het persoonlijk niet erg. In tegenstelling tot echt zwerfafval en plastiek.)
Het is niet duidelijk of het verplichte stront ruimen enkel voor honden, of altijd en overal voor alle dieren geldt. Misschien zien we daarom zo weinig koeien aan de leiband.
Ik wil nog wel een uitzondering maken voor de buurman die zijn duiven laat uitvliegen.
Voor paarden niet. Gewoon een zak onder hun gat hangen. Ik weet uit ervaring dat het niet stoort . Bij een goede montage.
En wat zegt de wet over een hond met diarree?
Voor kleine boodschapjes zijn we verdraagzamer. Vooralsnog mogen honden hun territorium zo afbakenen. Baasjes echter niet.
Bazinnen ook niet.
Zelfs in de vrije natuur wordt je op paddenstoelenwandeling regelmatig geattendeerd op de Fungus Canis (Hondenzwam). Een ervaren natuurkenner trapt daar niet in.
Onze trouwe viervoeter is al eeuwen lang de beste vriend van de mens. Zoals Rudi Carrell zingt: wie laat wie nu uit. Hasselt wijdt er zelfs een standbeeld aan. Ik weet niet wat de kunstenaar heeft willen uitbeelden door beide figuren te voorzien van uitstekend geprononceerde manlijke kenmerken.
In het Spaanse dorp Brunete blijven de hondendrollen de baasjes achtervolgen. Vrijwilligers gebruikten namaakdrollen met afstandsbediening. Daarop een verzoek om alsnog de boel op te ruimen.
Of ze  ontfutselde de naam van de hond en het ras. Met deze informatie konden de gegevens van het baasje worden opgezocht. Die kreeg dan de drol keurig per post terug thuisbezorgd, inclusief boete.
De straten zijn er nu bijna strontvrij.
Decennia oude lol: een drol in vellen krantenpapier wikkelen, voor de deur leggen, kranten in de fik steken, aanbellen en je snel verbergen om te kijken hoe de gealarmeerde eigenaar het vuur uittrapt.
Acties om vlaggetjes, soms bedrukt met ‘ASO’(ciaal) of andere poëzie, of met het bedrag van de (GAS)boete,  op de top van ontdekte drollen te planten herscheppen bermen soms in een leurrijke en drukke golf course. Je telt er meer vlagjes dan op een nationalistische kaastafel.
De kakmadam in deze cabrio reageert nogal  schijterig, tot ze een duidelijke boodschap retour krijgt. Je hoeft er geen Russisch voor te kennen: 
 
Om te achterhalen van welke hond de achtergelaten poep is, wordt er in de Israëlische stad Petah Tikva al DNA-materiaal van de hond gebruikt.
De ergernis over kaka onder voetbereik is een  vruchtbare bron van inspiratie voor vele dichters:
geen poep op de stoep
geen stront op de grond
U wilt een hond, dus ruim op die stront!
Doe me een lol, trap zelf in die drol.
Hondenpoep, weg met die troep!
Maar veel baasjes hebben er schijt aan.
(Voor geïnspireerde dichters (in spe): hier ontbreken nog rijmen op ‘keutel’.)
(En op mest, en uitwerpselen.)
(En op kak.)
Ik herinner me een Chiro-bivak waarop ik als kook-ouder aanwezig was. ‘Shit’ kwam toen erg in zwang als een soort vloek. Enkele creatievelingen hadden besloten om die vloek te vernederlandsen. Er werd het hele bivak lang dus nogal wat: ‘Kak!’ geroepen. Moet je zelf ook eens proberen. Vreemd hoe mensen je dan aankijken. Terwijl ze ‘Shit’ heel gewoon vinden en zelf ook constant gebruiken. (Zelf ‘Scheise’ is aanvaardbaar.  Maar ‘kak’ nemen mensen niet zomaar in de mond.)
Ben zelf wel enigszins verbaasd dat ik nu een literair meesterwerk van twee bladzijden heb volgekliederd met hondenstront. Mogelijk ook doordat mijn hersenen bij de eerste schrijfronde lichtjes gemarineerd waren in pastis. Maar misschien beleeft de sporadische lezer van deze wetenswaardigheden er wel (bijna) evenveel plezier aan als de schrijver dezes.
Poopy power wil van de 700.000 ton Britse hondendrollen per jaar bio-energie maken. Na inzameling in speciale tonnen worden de drollen vergist tot biogas en meststoffen. Goed voor 200.000 kilowattuur per jaar, voor zo’n 60 gezinnen.
De Taiwanese stad Taichung betaalt hondenbezitters om hondenpoep op te ruimen met waardebonnen van 100 Taiwanese dollars (circa 2 euro) per kilo hondenpoep.
Vele 100.000den tonnen (1 ton is 1.000 kilogram!) hondenmest worden  in West Europa geruimd als afval. Maar we gaan wel dure kunstmest maken en invoeren. Het wordt hoog tijd dat we onze mest-kringloop gaan sluiten.
Kijk, zo wordt dit shit-verhaal toch nog een tekst met een (grote) boodschap.