Wonderlijk wat je op wandelwegen ziet. Vandaag zelfs een eenhoorn gespot.
Belgisch Limburg is een fiets- en wandelparadijs, met veel zeer goed bewegwijzerde routes en knooppunten. Je vindt er loof- en dennenbossen, mijnterrils, weiden en velden, mergelgrotten, heide, vijvergebieden, een fruitstreek, zandduinen en terrasjes.
Op het pleintje voor de kerk van Vliermaalroot vertrekt o.m. de oranje route. Mirabel en Reine Claude zijn rijp en binnen handbereik. Dat maakt de route extra lekker. En achter de Konijnenberg, echt waar, poseert voorwaar een eenhoorn. Gelukkig kan ik het beeld met mijn smartphone vereeuwigen, anders zou ik voor leugenaar uitgemaakt worden.
Verder op een landweg staat een zwart-witte vaars me loom aan te kijken. De rest van de kudde staat omheind in de wei. Eéntje die out of the box denkt. Ontsnapte en haar eigen weg ging. De kudde en de eenling, ieder aan hun kant van de haag, volgen elkaar. Er is een groot prikkeldraadhek. Maar als ik dat openzet om de uitbreker naar binnen te jagen, zal de rest van de kudde allicht nog eerder ook het hazenpad kiezen. Alleen lukt het dus niet. Ik loop een eindje van het wandelpad af, in de richting van bebouwing. Er zit een oudere man in zijn scooter voor de deur. Een mevrouw met een hond, en een andere man staan er te kletsen. Ze hadden me al zien aankomen, en de uitgebroken vaars ook gezien. Ik kreeg een hele uitleg over wie eigenaar was van de omliggende gronden (een milieuvereniging), van de koeien (boer Stevens die begrazing deed voor Natuurpunt) en van de teloorgang van de boerenstiel. Maar mevrouw wilde wel meewandelen om te helpen.
‘Dag Pol!’ riep ze onderweg. Maar dat was bedoeld voor het bleke boerenpaard dat beschutting had gezocht onder een gammel en 7 x gerestaureerd afdak van planken, palen en roestige platen.
Hoewel de vaars de hond niet vertrouwde (en vice versa) stapte ze toch gewillig terug naar haar soortgenoten. Net toen ik het hek weer sloot stopte er een grote 4 x 4. De boer die ondertussen ook getipt was door de politie. Daar sta je dan, midden in de natuur, met mensen die je nooit eerder zag, wat te kletsen. En plots rinkelt en schettert de gsm van de boer. O ja, dit is 2014. Tot ziens dan maar…
Het nuttige met het aangename paren. Een mooi voorbeeld is de ‘eetbare haag’ met sleedoorn, meidoorn (jam, wijn) en hazelaar. Andere stekelige vruchtdragers die er tussen kunnen staan zijn rozenbottels en bramen. (Die laatste is moeilijker binnen de perken te houden, breidt graag uit.) De sleedoorn zal pas lekker en eetbaar zijn na de eerste vorst.
Het zijn mini zuurpruimen. Maar eigenlijk vind ik ze best te pruimen.
Het zijn mini zuurpruimen. Maar eigenlijk vind ik ze best te pruimen.
Langs het pad heeft iemand een reuzenboleet stuk geschopt. Spijtig, die kon zo in de pan. Ik zie er helaas geen andere in de buurt staan.
De vervallen watermolen die ik gebruikt heb voor de omslag van mijn boek t-Over-leven ligt ook langs de route. Mits je, over de beek, ook eens naar de achterkant gaat kijken. Een symbool van mechaniek, technisch kunnen, onafhankelijk overleven en… vergankelijkheid en teloorgang.
In een wei zie ik een wit paard. Het rolt over haar rug op de grond. Waarschijnlijk last van steekvliegjes. Ondanks de gras- en grondvlekken van het rollen, zie ik dat het beest echt helemaal wit is. Zelfs de hoeven. Zou het een albino zijn? Of een verre neef van de eenhoorn?
Zelfs vergankelijkheid kent romantiek. Een landelijk kerkje met kerkhof. Hier werden vroeger, in vruchtbare grond, de doden geplant. Hun verhalen zijn verstild en versteend naast de wandelpaden van deze wondere wereld.
En zo is het overal, vlakbij, dichtbij huis, echt heel mooi. Als je de moeite doet om er te voet op uit te trekken. Want met de wagen kan je er niet komen, en zou je ook niets zien, en niemand ontmoeten. En te voet ontdek je op een paar honderd meter van je deur de meest wonderlijke dingen.
Zoals een eenhoorn. Of je buren.