Ik had er ooit in een flard iets van opgevangen. Het boeide me. Dus ik zocht jaren geleden (jaren ’80?) de toenmalige hoofdonderwijzer, later burgemeester op om er meer over te horen, en er samen eens te gaan kijken. Spijtig dat ik toen geen foto’s heb gemaakt.
Rechtopstaande alleenstaande stenen worden ‘Menhir’ genoemd. Twee of meer stenen met daarop een afdekkende zijn ‘Dolmen’. Een grote menhir is een megaliet.
In lange rijen heet de configuratie ‘alignement’. In een ring een ‘Cromlech’.
In Diepenbeek waren cromlechs of steencirkels op het Tombeveld, aan het Kapelveld en aan de Kruisveldstraat. Op het Tombeveld stond een rechthoek van 60 op 70 meter. De cromlech aan het Kapelveld had een centrale menhir midden in de kring. Beide sites werden in de 19de eeuw geplunderd door o.a. het gemeentebestuur van Hasselt en Diepenbeek om de stenen als ‘schampstenen’ langs de wegen of als bruggen over kleine waterlopen te gebruiken.
In 1904 werden ca 15 roodbruine zandstenen door de Hasseltse schepen en kunstschilder Djef Anten weggehaald en in kringvorm geplaatst in de tuin van het Koninklijk Atheneum.
Omdat hij hierop bleef aandringen als een “koppige ezel” werden ze ‘ezelstenen’ genoemd.
Ook zijn ze nog te vinden in het voetstuk voor het standbeeld van Hendrik van Veldeke (Thonissenlaan). (En in 2005 zouden de Hasselaren zo ook de uniev van Diepenbeek inpikken.)
Middeleeuws dichter Hendrik van Veldeke (He(y)nric van Veldeke(n) werd geboren rond 1150 te Veldeke, een gehucht bij Hasselt, en overleed na 1184. Hij was de eerste volkstaal schrijver van de Lage Landen die we bij naam kennen. Zijn verhalen werden de basis voor de Nederlandse, Limburgse en Duitse literatuur. En uitgerekend die ouwe Hasseltse rijmelaar mag zijn kont zetten op die nog veel oudere, uit Diepenbeek ontvoerde megalieten.
De site aan de Kruisveldstraat werd pas in 1979 ontdekt door de Heemkundige kring met behulp van een wichelroede loper. Veel stenen lagen plat, één meter onder het maaiveld en waren met aarde bedekt. De opgraving gebeurde vrij amateuristisch.
Ik herinner me wel nog dat de stenen veel minder spectaculair zijn dan die in Stonehenge. Meer de kleinere formaten van Carnac, ca. 1,20m hoog, in een kring van ca. 10 meter doormeter?
Een of meerdere stenen waren onthoofd. Het hinderlijk boven de akker uitstekende deel was afgehakt. Wist die boer veel dat hij eigenlijk slechts het topje van de ijsberg zag, en een monument vernielde. De passende delen werden terug op elkaar gezet.
Eén steen lag plat, buiten de ring, dicht bij de straatkant.
(Als iemand foto’s kan bezorgen: welkom!)
Wichelroedeloper Geysen: ,,Naar het schijnt, trok de steenkring new agers van allerlei pluimage aan. Die hebben het vooral tijdens de heidense jaarrituelen te bont gemaakt. Vrouwen die naakt op de stenen gingen liggen en zo. Dat was er voor de huidige burgemeester, die ook de eigenaar van die grond is, te veel aan.”
Gevoelige mensen zouden hier een bijzondere energie ervaren, passend bij een ‘magische cirkel’.
De megalithische monumenten zouden op energierijke plekken op leylijnen liggen; verbindingslijnen door het landschap waarop ook kapelletjes en kerken gesitueerd zijn.
Nadat er steeds meer overlast ontstond door het volgens sommigen uitvoeren van heidense rituelen, werd de cromlech opnieuw met grond bedekt. Hij is dus jammer genoeg niet meer te bezichtigen.
Spijtig dat dergelijke dingen ondeskundig omgewoeld worden en (gedeeltelijk) verloren gaan, voor er degelijk archeologisch onderzoek kan gebeuren. Dat is geen blaam voor goedbedoelende amateur-archeologen. In Stonehenge (en op vele andere sites) is precies hetzelfde gebeurd.
Wel verwonderlijk is dat er over dit belangrijk Europees monument(je) blijkbaar zo weinig gepubliceerd is, en er zo weinig beeldmateriaal te vinden is. (Het tijdschrift van de plaatselijke Heemkundige kring ‘Alvermenneke’ zou wel enkele artikels en foto’s bevatten.)
Voor mij mag dit unicum i.p.v. begraven verleden gerust een toeristische attractie worden.
Zelfs voor heidense rituelen met naakte vrouwen zou ik mijn ogen niet sluiten.
Ik verkleed me wel in menhir.