Vuile velden

Af en toe moet ik mezelf eens uitlaten. Bij gebrek aan hond. Er is hier gelukkig groen genoeg in en rond ons kleine dorpje. Voor ik de velden in duik wuift Maria van de Spel-o-theek, duim omhoog? Ja natuurlijk, duim omhoog! De meestal modderige weggetjes zijn door de droogte keihard. Wegenwerkers hebben minstens een halve hectare groen ingenomen om wegbeton te breken. Verboden voor onbevoegden.

Ik heb mijn zonnebril op. Misschien moet ik eens een roze versie zoeken. Zelfs op de meest afgelegen plekken zie ik lege flesjes, blik, wikkels… Een stuk aardbeiennet komt naast een rubberbuis door de oppervlakte van het voetpad heen piepen. Waarom worden er nog wegwerpspullen gefabriceerd? Alles zou retour moeten. Jupiler & Co zouden verplicht via statiegeld iedere verpakking terug moeten nemen. Lijkt me de enige realistische oplossing. In gedachten zie ik weer een foto van een verlaten festivalcamping.

Een populier die vorig jaar heroïsch staande ten onderging en door een storm werd onthoofd, is nu al verbouwd tot een appartementsblok van 6 verdiepingen. Allicht zonder bouwvergunning. We zijn niet de enige rechthebbers en gebruikers van de natuur en de wereld om ons heen. Al gedragen we ons wel zo.

De velden liggen er ondanks de droogte wel prachtig bij. Prachtige realisaties van onze agrocultuur. Een hectare tuinbonen, anderhalve hectare maïs, tarwe. Haast nostalgisch mooi om te zien. Van ver. Er liggen ook diverse percelen met sierstruiken tussen. En dan valt het op: ca. 40 cm diepe, brede rijsporen van te zware machines hebben onder-tussen alle leven uit de aarde geperst. En naast de sporen staan netjes conifeertjes. Alleen maar dat. Geen sprietje onkruid te zien. Alles wordt kapot gespoten. In deze bodem leeft er niets meer.
Met het mooie korenveld er vlak naast is het niet beter gesteld. Er groeit niets anders, geen korenbloem, geen klaproos, geen onkruid… niets. Een graanwoestijn. Aan de andere kant van de landweg: een maïswoestijn. Op een hooiakker: een graswoestijn. Overal saaie monoculturen waarvoor alle ander leven in en boven de bodem kapotgemaakt wordt.

Ik stel me zo voor dat er ooit iemand biolandbouw op zo’n perceel wil doen. In regel wordt er dan 3 jaar niet op geoogst, zeker geel gelabelde bioproducten. Ik ben er vrij zeker van dat het gebruikte gif na 3 jaar nog lang niet is afgebroken. Om nog maar te zwijgen over wat er doorgedrongen zal zijn in de ondergrond waaruit massaal water voor bevloeiing wordt opgepompt.

Een gezonde bodem zit vol leven. Niet alleen onooglijke bacteriën en alles verbindende schimmels, maar ook kriebel- en wriemelbeestjes. Die hele flora & fauna, dat hele ecosysteem wordt jaar na jaar opnieuw kapot gespoten en gescheurd. De basis van alle andere levende wezentjes, onszelf inbegrepen…

Aan de bosrand kiest een haas zijn pad. Ik vraag me af waar die aan geknaagd heeft. En op welk bord hij mogelijk terecht komt. Duur en gezond, want: echt wild!
Waren ze stil blijven zitten dan had ik ze helemaal niet gezien. Uit een stortplaats van struiken fladdert vader fazant met 2 jongen weg. En als ik nader nog 2. Nog klein en onwennig. En daarna moeder fazant met nog eentje, en nog een. En nog… Ik wist niet dat fazanten zoveel eieren uitbroedden. Ze verdwijnen dichtbij in de volgende stortplek voor gedumpte sierplanten. De jongen kunnen nog niet ver vliegen. Hun camouflagekleuren zijn zo goed dat ik ze niet kan terugvinden voor een foto. Ik zal ze maar niet opnieuw opjagen. Zou inlandse fazant nog eetbaar zijn? Of hoort het, net als paling, bij het giftig afval?

Van de positieve effecten van wandelen –vooral in het groen- heb ik vandaag weinig gemerkt. Voor ik mezelf nog eens uitlaat kan ik beter een roze bril aanschaffen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *