Ik haal ieder voorjaar een paar ganzenkuikens om het gras in de boomgaard kort te houden, en overtollig en afgevallen fruit te transformeren in spierweefsel en vet. Dat doen ze altijd uitstekend als ze groot zijn. Maar zolang het nog kleine donsbolletjes zijn kunnen ze wat zorg gebruiken. Als je weiland niet laat begrazen of maait, zal het al binnen enkele jaren verruigen en verbossen.
Ganzen zijn dom. Ze gaan niet binnen als het vriest of regent. Ook ’s nachts niet. Als ze eenmaal stevig in de pluimen zitten (dus veren hebben i.p.v. alleen maar dons) dan mag dat. Maar tot die tijd zet ik ze ’s nachts liever binnen. Vossen en roofvogels moeten maar elders hun hapjes zoeken. (Gisteren nog de resten van een Turkse tortel gevonden.)
Ik had een vierkante, kunststoffen bak die ik enkele jaren als hokje gebruikte. Probleem is dat ganzen –ook de kleintjes- enorm veel mest maken, en morsen met eten en water. En je kan ze geen nacht zonder water laten. Zelfs als piepkuiken eten ze al gras. Dus graan krijgen ze enkel in de beginperiode, en enkel ’s avonds in het hok. Overdag moeten ze maar grazen. Punt.
Wat ze aan niet-verteerde plantenresten uitscheiden (mag ook met een ij en een t) grenst aan het ongelofelijke.
Die plastiek bak was dan ook om de haverklap een vieze en natte smurrie. Ik heb een seizoen geprobeerd er om de 1 of 2 dagen enkele vellen krantenpapier over te leggen, en dat dan regelmatig op de composthoop te doen. Maar het bleef zuur stinkend en vies. Ook een seizoen getest met karton. Zelfde resultaat. Dus ben ik dit voorjaar wat gaan knutselen.
Ik wil een licht hok, dat makkelijk te verplaatsen is. Ze krijgen als ze klein zijn telkens een met gaas afgebakend nieuw, klein perceeltje om te grazen. Het moet dus mobiel zijn. En te verluchten, zodat ze niet nat zijn of blijven. En er moet licht in kunnen. En geen water in blijven staan.
Ik heb een kleine met hars en bitumen geïmpregneerde kartonnen golfplaat (200 x 93) in het midden in een scherpe hoek geplooid. Van een stuk gegalvaniseerd gaas (80 x 160; mazen van 5×5) heb ik de uiteinden (ca. 30 cm) omhoog geplooid. Daarmee was de constructie klaar. Voor en achter nog een passend gezaagd stuk triplex van een reclamepaneel er in, met bovenaan een glazen hoek, deurtje uitgezaagd en de woning is af. Met wat ijzerdaad zijn alle onderdelen stevig aan elkaar gemaakt.
(De deur zelf is een stuk plexi dat met een betonblok er tegen op zijn plaats blijft.)
Het gaas is vrij klein, om te vermijden dat de ganzen er met een poot achter of onder komen vast te zitten. Dat heb ik al eens een keer, met bijna dodelijke afloop, meegemaakt. Anderzijds zijn de openingen groot genoeg om bij de dagelijkse verplaatsing alle mest ter plaatse te laten. Zo hebben ze iedere nacht een propere plek. En heb ik geen werk meer om mest te ruimen. Het werkt prima, ik ben er zeer tevreden over.
Ik had er ook een paar lange pennen bij voorzien, om het huisje aan de grond vast te pinnen. Maar dat bleek overbodig. Het heeft dit voorjaar enkele keren flink gestormd, en ook zonder die piketten bleef het hok netjes op zijn plaats.
Omdat ganzen zo lomp zijn, hun eet- en drinkbak omlopen, of er in gaan staan, moeten die dingen goed vast staan of extra zwaar zijn. Voor water gebruik ik een kleine maar zware pan die ’s nachts stevig in een hoekje komt te staan. Voor graan maakte ik een zware eetbak die binnen tegen de voorkant komt te staan.
De opening hiervan is zo klein dat ze er niet in gaan staan. Hij is in beton gegoten. In een 2 liter doos van roomijs heb ik een soort botervlootje met de opening naar beneden gelegd. En daarna de zijkanten en de onderkant gevuld met beton en steenslag. Flink zwaar, maar zo lopen ze die zeker niet om.
Ik heb met het idee gespeeld er 2 opklapbare wielen onder te zetten. Maar eigenlijk is dat niet echt nodig, gezien de verplaatsing telkens minimaal is.
Ik zet ook 1 of 2 eenden in de wei. Die grazen nauwelijks, maar smullen wel van de slakken en andere insecten. De rand van de composthoop is hun favoriete foerageerterrein. Ze slagen er zelfs geregeld in vliegen in de vlucht te pakken.
Ik heb 2 x ervaren dat een tussenverkoper bij de piepjonge diertjes het verschil niet kende tussen een eendje en een gansje. Bij een eend staan de poten meer naar achter, waardoor ze echt waggelt bij het wandelen. Ook als kuiken. En de eendjes hebben een grotere en plattere, bredere bek.
Als er in het najaar minder gras is, zijn er weer volop appels. En krijgen zo iedere dag nog wat maïs. De plantjes doen het goed dit jaar. Met een snoeischaar knip ik dan telkens een kolf in stukjes. Ze eten op die manier zowel de kolf als de zaden op.
Daarmee is aan het einde van de herfst hun jaarlijkse taak inclusief de bewaking van het terrein volbracht. Ik heb geen zin om in de winter granen te kopen en te voeren, of dagelijks met bevroren water te klooien. Dat betekent dus dat ze in de diepvriezer mogen overwinteren.