Bricoleren is ook recycleren

Bricoleren heeft veel betekenissen, o.a. knutselen, prutsen of onprofessioneel dingen maken. Etymologisch is het woord afgeleid van briccola (middeleeuwen, rond 1360 en dan bricole: (slinger) katapult, een groot aanvalswapen). Toen die achterhaald was, kreeg het de betekenis van “sluwe manieren”, vandaar ook “sleutelen”.

Maar voor mij is het eerder een edele sport: de uitdaging om dingen te maken met de middelen die je hebt, met een beperkt budget en creatief hergebruik van materialen. En daarbij staat het functionele ver boven het imponeren met een westerse industrieel design. Geef mij maar de palettencompostbak boven de plastieken (!) compostton, mijn getimmerde kippenhokje op grasmaaierwielen i.p.v. een prefab kippenvilla en mijn samengeraapt brandhoutafdak  met regenwaterton i.p.v. een geïmpregneerd gladhouten constructie waar bewoners van sloppenwijken en tentenkampen nog niet van durven dromen. Bricoleren is een permante vorm van inventief hergebruik, met zo weinig mogelijk verspilling en respect voor alle materialen.

Gezien het grote aantal doe-het-zelf winkels die gouden zaken doen durf ik veronderstellen dat ik niet de enige ben die er zo over denkt. De Engelse term DIY: Do It Yourself lijkt wat meer respect te hebben voor doe-het-zelvers. ‘Circular economy’ avant la lettre.

De juiste mind set is die van Pipi Langkous:

‘Ik denk wel dat ik het kan, want ik heb het nog nooit gedaan.’

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *