Pst… post… ssstt…

File in het postkantoor. Ik duw de deur open en probeer achteraan aan te sluiten zonder anderen te hinderen. En tel. Zeven. En nog twee, die staan aan het enige loket dat open is. Het lijkt alsof ze daar nog een tijdje zullen blijven overleggen. Zou ik terugkeren, of aanschuiven? Het gebeurt het laatste jaar steeds vaker en erger. Meer postkantoren sloten hun deuren, en vooral veel meer mensen komen pakjes ophalen of terugsturen.

Eigenlijk wel druk in de vrij kleine ruimte. Een paar weken na het winteruur bleek de wandklok nog steeds in zomerstemming te zijn. Erg opvallend: een gewijde stilte. Af en toe gedempt gemompel aan het loket. Buiten stond iemand te telefoneren. Dat was ondanks het dubbele glas binnen nog goed te horen. Terwijl ik langzaam twee plaatsen vorderde, waren er nog 4 nieuwe filelopers bijgekomen. Ook in stilte.

Nummer vijf viel op. Vrolijk gebreide Laplandse muts. Lange grijze baard. Rugzak. Blote voeten in sandalen, ondanks de novemberkou. Hij keek even rond en fluisterde dan in de stilte: “Dit vind je dus in ons land niet meer…” Iedereen deed moeite om de gefluisterde woorden te verstaan. Het kwam er in vlekkeloos Nederlands uit. Hoezo, dat vind je in ons land niet meer? Hij beantwoordde meteen de ongestelde vraag en de verbaasde blikken.

Hij sprak een klein beetje luider nu. En dan viel ook zijn Nederlands accent op. “Ja, een postkantoor, weet je. Bij ons moet je daarvoor naar Albert Heijn.” Begrijpend geknik. En enkele reacties. ‘Ja, hier hebben we ook postpunten.’ ‘Er zullen er nog wel meer moeten sluiten…’ De magische stilte was verbroken. Op een paar seconden tijd was iedereen met iedereen aan het praten. Even magisch.

Bleek dat de brave man eigenlijk een copy-shop zocht. “Euh? Hebben we hier niet hoor, geen coffeeshop.” Tja, wat verwacht je van een Nederlandse rugzaktoerist op sandalen… Hilariteit alom. Het winteruur werd besproken, de dagbladwinkel waar allicht een kopieermachine stond. En toen onze gast daarnaar op zoek ging, verstomden beetje bij beetje ook weer de gesprekken.

De kunst van het palaveren. Ze is mij ook niet gegeven. Maar het maakt opvallend veel verschil. In geen tijd was ik aan de beurt.
De mensenfluisteraar leek in veel opzichten op de Kerstman die stiekem vervroegd op ronde was. Toen ik buiten kwam was hij nergens meer te bespeuren. Het was eigenlijk wel een leuk cadeautje. Een blijde boodschap. Ik ben benieuwd of ik dit jaar nog wel iets ga krijgen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *