Categorie archieven: Herinneringen

Belleke trek

De deur en de omgeving deden me onweerstaanbaar meteen denken aan ‘belleke trek’. Een warme voorjaarswandeling in een zeer landelijke omgeving. De herinneringen deden me lachen. In het tijdperk vóór de GASboetes waren dit nog gewone kwajongensstreken. Alhoewel… ?

Met de jeugdbeweging op bivak in de Kempen.  Op dat deel van de tocht was er niemand van de leiding bij. Een vredige, kleine hoeve in de zon. Elkaar uitdagen… Bij nader inzien bleek er geen bel te zijn. Dus moest er geklopt worden. Wie ging het doen? In welke richting gingen we weglopen? Waar zouden we ons verstoppen? Tijdens het tactisch overleg zag iemand een schop naast de deur staan…

En als we die nu eerst tegen de deur zetten, en dan kloppen?! Hilarisch…. Krijgt ie de steel op zijn gezicht! Nee jong! Ge moet ze andersom zetten, met het blad tegen de deur. We lagen al in een deuk voor er iets gebeurd was. De traagsten vertrokken al om zich te verstoppen. Want zo’n boer met een blauw oog gaat allicht niet vriendelijk blijven. De snelle jongens moesten de klus klaren. Eentje de schop plaatsen, de andere kloppen. En dan rennen.

Nu moet je eens proberen keihard te rennen als je gelijk keihard moet lachen… niet te doen! Uitgeput, hijgend en onze lach in houdend  doken we bij de anderen achter de struiken. Vol spanning en voorpret de scene uit onze verbeelding afwachtend.
Maar de deur bleef dicht. Was die boer doof of zo? Of niet thuis? Durfde er iemand terugrennen om nog eens te kloppen? Geen kandidaten… hij moest maar eens net opendoen als je daar staat. We hebben er wel een hele tijd veel plezier mee gehad. Waarschijnlijk was onze fantasie veel amusanter dan de banale werkelijkheid.

Het deed me denken aan belleke-trek voor gevorderden. Eigenlijk belleke-duw, want het werd gebruikt bij drukknoppen. Niet zomaar aanbellen en wegrennen he. Dat is voor mietjes. Nee, de knop flink indrukken. En dan een lucifer tussen knop en rand vastklemmen. En het summum: die lucifer afbreken, zodat hij er moeilijk terug tussenuit te krijgen was. Het vraagt wat meer tijd en risico, maar je hebt er ook veeeel langer plezier van.

Een andere variant is een geweldige instinker. Eentje die ik zelf –eerlijk waar- (nog) nooit heb uitgevoerd.  Het vraagt degelijk voorbereidend werk.
Men neme een 3-tal vellen krantenpapier. Leg daarop in het midden een flinke drol. Frommel de kranten wat samen boven het verpakte goedje. Leg dit voor de voordeur. Steek het in de fik, en bel aan… Rennen maar…
Werkt dit in jouw fantasie ook zo geweldig? Op de lachspieren?

Word IK oud?… Of zij…?

Omdat ik een half uur te vroeg was voor mijn volgende afspraak, en het bijtend koud was buiten, ging  ik in de vlakbij gelegen zaak een koffie drinken. Cappuccino hadden ze niet, zei de man. Vriendelijke kerel overigens. Terwijl hij met de koffie in de weer was kon ik bij een collega al afrekenen. Ik kwam er regelmatig.

onherkenbaar“En hoe is het nog met dansen?” vroeg hij toen ik suiker en melk nam. Ik bekeek hem nieuwsgierig, en realiseerde me toen dat hij de geborduurde letters van DansFans op mijn rug gelezen had.
“Ja, we kennen elkaar toch? Van de volksdans misschien? Bij welke groep heb je gedanst?”
‘Volksdans? Dat is heel lang geleden…. Van in de Chiro-tijd?’ Maar die hadden we niet in dezelfde buurt doorgebracht.

“Ik herken je stem, “ zei hij, “maar van waar?” O, ja, die stem. En die ogen. Een paar trekken in zijn gelaat. Guitige ogen…  “Het moet van lang geleden zijn, want ik ben hier nog niet zo lang terug na 14 jaar Zuid-Afrika…” En toen pas brak het verhaal door in mijn hersenen. Nog wat twijfelend probeerde ik ‘Queen…?’

onherkenbaart2Ja. Brede smile.  Nu klopte de plaatjes. De stemmen, de gezichten…  Beetje opluchting ook dat we er geraakt waren. Verwondering om elkaar hier in deze zaak tegen te komen. Snel een paar woorden, en dan plaats maken voor volgende klanten. En terwijl ik mijn koffie dronk en tussendoor stiekem naar hem gluurde begreep ik niet dat we elkaar niet herkend hadden. Ik realiseerde me dat we verdorie samen aan het opzetten van een groot project gewerkt hadden.

Twee weken geleden wandelde ik in de buurt van het Europlanetarium door het bos. Waar de weg een hoek vormde hadden wandelaars een kort binnenweg door het bos uitgesleten. Ik had een oudere man, en daarachter een vrouw, uit de andere richting zien komen. Ze namen ook de short cut.  Op dat smalle stukje zouden we elkaar kruisen.

onherkenbaar1En waar we elkaar kruisten groetten we.  En haar zei ik ook gedag. En terwijl ik langs hem liep dacht ik nog: ik heb die kerel nog gezien… Lang grijs haar, een soort ruime mantel…. Afgelopen zomer? Ergens op een festival? Een type voor de Gitannekesfoor. Dat zou kunnen. Of wacht… nee, shit, het was Bor!

Lang niet meer gezien. Jaren geleden nog eens, met een ander kapsel. En in een compleet andere omgeving. En met een andere vrouw. En dus had ik hem niet herkend. Maar hij was het. Een goeie vriend uit actiegroepen, jeugdbeweging, jeugdhuis…  En blijkbaar had hij me ook helemaal niet herkend.

Het wordt stilaan tijd voor een Shazam voor gezichten, en jeugdherinneringen.

Van zinken kampteil naar slappe lach

zinkenteil1Wat de ene lollig vindt, is voor de andere kattenkwaad, en voor een derde eigenlijk misdadig. We waren als prille tieners ergens in de Kempen op bivak met de jeugdbeweging. Ik weet niet meer hoe of waarom het gebeurde, maar op een bepaald moment stak Patrick met een spade dwars door de bodem van de zinken teil die gebruikt werd voor het dagelijks patatten jassen (voor de Nederlanders: aardappelen schillen). De kampleiding was boos om een dergelijke vernieling, en droeg onze hele afdeling op om zelf en op eigen kosten voor een oplossing te zorgen.

Ik herinner me nog dat we in het dorpje een smid vonden die het gat dicht soldeerde. En we droegen allemaal wat zakgeld bij om de man te betalen. Maar zo gemakkelijk kwamen we er blijkbaar niet van af.
zinkenteil3Naar ons kampement liep er door het bos een zandweg van een 400 meter. Haast onberijdbaar door de vele diepe kuilen die er in zaten. De leiding had een nuttig gebruik van spade en schop voor ons bedacht. Als straf moesten we de kuilen in de weg gaan vullen zodat alles mooi vlak was. Dwangarbeid eigenlijk. En allicht waren ze fier op wat ze bedacht hadden. De bedoeling was duidelijk. De instructie daarentegen was niet waterdicht.

zinkenteil5De zon scheen blaren, en de Kempen maakte die dag deel uit van de tropische klimaatgordel. Je moest geen geweldige fantasie hebben om bij het idee van het uit te voeren werk al drijfnat te worden van het zweten. We hadden er ook niet echt zin in, omdat we meenden dat we ons accidentje al goedgemaakt hadden. Een dergelijke straf in deze omstandigheden vonden we onterecht, en overdreven.

Als veroordeelde gevangen trokken we met ons gereedschap in kruiwagens over het terrein naar het te nivelleren wegdek. We voelden ons verongelijkt, maar ook ‘samen sterk’. En terwijl we onderweg bespraken hoe we het werk zouden aanpakken, werd de stemming steeds beter. De sneren en grappen vlogen in het rond. En nog voor de eerste schep grond gebruikt werd, was er een plan afgesproken.
zinkenteil4De eerste 10 meter, zo lang we vanaf de bivakplaats konden gezien worden, zouden we braaf alle kuilen met grond vullen. Maar om het hele parcours te doen, dat was wat veel gevraagd. Het resterende deel zouden we netjes uitvullen met veel lichter materiaal dat volop beschikbaar was: luchtige, veerkrachtige dennennaalden! Het zou er uitzien alsof alle gaten gevuld waren. En eigenlijk waren ze dat ook. Dus opdracht volbracht. Maar we hadden al bij voorbaat de grootste lol met te verzinnen wie er met zijn vierwieler zou verrast worden.

Het werk was vrij vlug gedaan. We hebben wel nog uren in het bos gelegen om de indruk te wekken dat we er veel tijd voor nodig hadden. Onze fantasie zorgde ervoor dat we meermaals de slappe lach kregen. Maar we spraken wel af dat we gingen proberen om ernstig te blijven zodra we terug in het zicht kwamen.
zinkenteil2Het eerste slachtoffer was onze kapelaan. Een kale van 1 meter en 100 cm, die zich dubbel plooide om in een klein Fiatje te rijden. Misschien had hij wel een haarloze kruin omdat zijn schedel dagelijks door het dak gepolijst werd. Zijn knieën konden langs het stuur mee door de voorruit kijken. Het genivelleerd lijkend wegdek had de brave man geen enkele aanleiding gegeven om zijn snelheid te minderen. En toen zijn glanzende knikker verschrikt enkele bulten in het dak veroorzaakte duurde het nog even voor hij zijn benen uit de knoop kreeg en zijn linkervoet de rem had gevonden.

Zelfs voor een zonnige zomerdag zag onze proost er abnormaal rood uit. Tot voor die dag had nog niemand van ons de brave man ooit horen vloeken. Nu bleek dat hij gewoon al die tijd alles had opgespaard voor deze gelegenheid. We hebben hem bevrijd van een hele missaal vol godslasterlijke taal. De kampleiding noch de kapelaan konden het grappige van de situatie waarderen. Dat wij het ondanks initiële pogingen om ons gezicht in de plooi te houden al snel allemaal uitproestten leek hen niet in een beter humeur te brengen. Integendeel.

Ik denk dat we voor deze gein wel weer een nieuwe straf hebben gekregen, maar ze moet weinig indruk gemaakt hebben, want ik herinner me daar niets van. Onze practical joke daarentegen, doet nog steeds mijn lippen krullen. Jammer dat er nog geen mobieltjes en you tube waren.
Heerlijk toch, zo’n misdadig leuke kwajongensdingen.